Digitale technologie neemt bij docenten een centrale positie in als het gaat om lesgeven en professionaliseren. Dit blijkt uit een onlangs gepubliceerd Amerikaans onderzoek onder bijna 2.500 docenten, werkzaam in het basis- en voortgezet onderwijs. Ruim 90% van de ondervraagde docenten zegt dat het internet een grote impact heeft op hun vermogen om toegang te krijgen tot informatie en materiaal voor de les.
Generatieverschillen
Wel zijn er generatieverschillen in hoe docenten de impact van digitale ontwikkelingen ervaren. Net zoals onder de gehele volwassen bevolking, bestaat er onder docenten verschil in gebruik tussen de jonge en wat oudere docenten. Zo beschrijft ruim de helft van de docenten onder de 35 jaar zichzelf als zeer zeker als het gaat om gebruik van nieuwe digitale technologie. Van de oudere docenten zegt minder dan de helft (44%) zeer zeker van zichzelf te zijn. De oudste docenten (55+) denken ten opzichte van hun collega’s onder de 35 twee keer zo vaak dat hun leerlingen meer kunnen met digitale hulpmiddelen dan daadwerkelijk het geval is (59% versus 34%). Ook zijn het de jonge docenten die de meeste ideeën over technologie in het klaslokaal met elkaar delen.
Researchen gelijk aan googlen
Docenten zijn bezorgd als het gaat om de grote afhankelijkheid van leerlingen van zoekmachines. Hun leerlingen stellen googlen gelijk aan researchen en gebruiken bijna alleen zoekmachines zonder voldoende te kunnen oordelen over de kwaliteit van de informatie. Ruim driekwart van de ondervraagden vindt dat zoekmachines leerlingen conditioneren in de verwachting dat informatie snel en gemakkelijk te vinden is. Docenten zijn het erover eens dat de hoeveelheid beschikbare informatie overweldigend is voor de meeste leerlingen. Ruim 70% vindt dan ook dat de digitale technologie van vandaag het moeilijker maakt voor leerlingen om geloofwaardige bronnen te vinden en te gebruiken.
Opvallend hierbij is het percentage docenten (99%) dat zoekmachines gebruikt om online informatie te vinden en om te werken. Bijna driekwart van de ondervraagden zegt veel vertrouwen te hebben in hun online zoekcapaciteiten. Daarbij gebruiken ze Google (90%) het meest.
Deze resultaten geven aan dat docenten – ondanks hun bezorgdheid over leerlingen – wel vertrouwen hebben in hun eigen vermogen om deze middelen effectief te gebruiken. Een ander opvallend detail is dat docenten, ten opzichte van de hele Amerikaanse volwassen bevolking, veel vaker gebruik maken van Wikipedia als hulpmiddel: 87% tegen 53%. Wikipedia is volgens oprichter Jimmy Wales een basisplatform voor informatie, waarna je zelf verder moet zoeken op dieper niveau: “Ik denk niet naar mensen Wikipedia als bron moeten aanhalen”, aldus Wales. In het onderzoek komt niet duidelijk naar voren op welke manier docenten webpagina’s als Wikipedia gebruiken.
Digitale tools essentieel
Digitale tools en het internet spelen ook een belangrijke rol bij het voorbereiden van de lessen en in het professioneel netwerken. Zo ontvangt 80% van de ondervraagden wekelijks e-mails waardoor ze op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in het vak. Hetzelfde percentage docenten gebruikt internet wekelijks om lessen te creëren.
Herkent u zich als docent in het hierboven geschetst beeld? Zo niet, hoe ziet u het dan wel? Laat via onderstaand reactieformulier uw mening achter.