Wie voor de klas staat wil doorgaans het beste voor zijn leerlingen. De kans is dan ook groot dat je je daar op allerlei mogelijke manieren voor inzet. Alleen: er is altijd ruimte voor verbetering. Daarom 10 tips om een betere docent te worden. Met welke tip ga jij vandaag nog aan de slag?
De tips in dit artikel – dat al eerder verschenen is op onderwijsvanmorgen.nl – zijn afkomstig uit het Engelstalige artikel How to Become the Best Teacher.
1. Een goede docent is assertief
Heeft een leerling zijn huiswerk (structureel) niet op tijd af? Ga dan zo snel mogelijk het gesprek aan. De kans is groot dat er goede redenen voor zijn, al zijn dit natuurlijk geen excuses. Vraag wat er speelt op persoonlijk niveau, ondersteun waar nodig én mogelijk en kijk samen concreet naar hoe het schoolwerk toch prioriteit kan krijgen.
2. Wees vriendelijk, maar ga niet te ver
Naast alle vakinhoud kun je gerust andere, meer persoonlijke dingen met leerlingen delen. Ze vinden het fijn om te zien wie de persoon achter de docent is. Ga hierin alleen niet te ver en blijf professioneel. Ga bijvoorbeeld niet op hetzelfde niveau zitten door hetzelfde taalgebruik te bezigen. Leerlingen vinden dat alleen maar vreemd.
3. Sluit aan bij de belevingswereld van leerlingen
Het is onwijs belangrijk om aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen. En al leent het ene onderwerp of vak zich er beter voor dan het andere, toch is het altijd mogelijk. Geef zoveel mogelijk hedendaagse en/of actuele voorbeelden en maak het waar mogelijk zo nu en dan zelfs persoonlijk. Wat is de connectie tussen de lesstof en de (toekomstige) levens van leerlingen?
4. Gebruik je tijd goed
Zoals eerder aangestipt: leerlingen vinden het fijn om de persoon achter de docent een beetje te leren kennen. Al betekent dat niet dat je het eerste half uur van de les ronduit kunt gaan zitten praten over wat je in het weekend hebt gedaan. Jij hebt als docent je tijd hard nodig, maar leerlingen komen net zo goed naar de les om daadwerkelijk iets op te steken.
5. Blijf uitleg geven
Hoe vaak je iets ook al hebt uitgelegd, er zullen altijd leerlingen zijn die maar niet lijken te begrijpen hoe iets zit. In die zin kan jouw geduld tijdens de les best wel op de proef worden gesteld, maar blijf geduldig en geef leerlingen die dat nodig hebben altijd extra uitleg – zowel tijdens als na de les.
6. Blended teaching
Deze is simpel: gebruik zoveel mogelijk verschillende manieren om leerlingen bij het onderwerp te betrekken en ze ervoor te interesseren. De methode vormt slechts de basis. Waarmee kun je de les nog meer aankleden? Van video’s en (digitale) presentaties tot aan quiz-apps en activerende opdrachten buiten het klaslokaal.
7. Wees streng doch rechtvaardig
Dit betekent niet dat je als een dictator voor de klas moet staan, maar wel dat je met elkaar duidelijke regels of bouwstenen opstelt en erop toeziet dat deze ook daadwerkelijk worden nageleefd. Leerlingen gedijen goed bij een strenge omgeving, maar een slimme docent geeft ze inspraak in de vormgeving ervan.
8. Stel doelen
Maak aan het begin van iedere les duidelijk wat je tijdens het komende lesuur precies wil gaan doen met leerlingen. Maak eventueel een stappenplan of tijdsplanning op het bord. Hoe duidelijker en overzichtelijker hoe beter. Zo weten leerlingen precies waar ze aan toe zijn en wat er van ze wordt verwacht.
9. Wees een voorbeeld
Als in: wees representatief. Ga niet op het schoolplein staan roken en probeer iedere dag uitgerust en verzorgd voor de klas te staan. En vind je zoiets als goede voeding belangrijk? Laat gerust zien dat je biologisch en gezond eet en ga met leerlingen een gesprek aan over je motivatie om dit te doen.
10. Geloof in leerlingen
Het allerbelangrijkste: geloof in leerlingen. Laat zien dat je om ze geeft en dat je geïntegreerd in ze bent. Zowel op school als op meer persoonlijk vlak. Vraag die ene leerling hoe de voetbalwedstrijd het afgelopen weekend ging en informeer bij de ander hoe het is afgelopen met dat ene vakoverstijgende project. Moedig ze waar nodig en mogelijk aan, ook als het niet je eigen vak betreft.