Bij begrijpend leren achterhalen leerlingen de betekenis van een tekst door gebruik te maken van verschillende leer- en leerstrategiëen. Dit is niet voor iedere leerling even gemakkelijk. Om leerlingen extra ondersteuning te bieden, is het van belang om eerst te onderzoeken wat de oorzaak kan zijn. Vervolgens ga je gericht aan de slag met het eigen maken van verschillende leer- en leerstrategiëen.
1. Nadruk op mondelinge taal- en denkvaardigheden
Recent onderzoek toont aan dat de oorzaak bij moeite met begrijpend lezen kan liggen in een achterstand in de ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheden al van voordat het kind erin werd onderwezen. Leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen, begrijpen gesproken woorden vaak wat minder goed en hebben eerder moeite met grammatica. Om begrijpend lezen effectief aan te pakken, kan het daarom zinvol zijn om een aanpak de kiezen waarbij de nadruk in eerste instantie ligt op de ontwikkeling van mondelinge taal- en denkvaardigheden. De ontwikkeling van lees- en schrijfvaardigheden komt dan later.
2. Leer- en leesstrategieën
Ook wanneer de woordenschat van een leerling helemaal op niveau is, kan het moeite hebben met begrijpend lezen. Bijvoorbeeld doordat de leerling het moeilijk vindt om zich lang te concentreren en daarbij belangrijke details op te merken en tussen de regels door te lezen. Je kunt de leerling in dat geval ondersteunen met behulp van cognitieve leerstrategieën: concrete manieren van leren die een leerling bewust kan inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen. Voorbeelden hiervan zijn herhalen, structureren, vooruitkijken en visualiseren. Blijf er consequent mee oefenen. De leerling kan deze strategieën dan helemaal eigen maken en zelfstandig leren te implementeren.
3. Rolwisselend leren
Wanneer de leerling de opdrachten waarbij de verschillende leerstrategiëen aan bod komen goed beheerst, is het tijd om een stapje verder te gaan. In plaats van deze strategieën als docent consequent te implementeren, geef je leerlingen het heft in eigen handen. Dit werkt het beste klassikaal of in groepjes. Om duidelijk te maken wat de bedoeling is, werk je in eerste instantie met een voorgelezen tekst. Hoe het in zijn werk gaat? Je doet een stapje terug en deelt de rol die je als docent aanvankelijk speelde op in kleinere rollen die zijn toegespitst op het toepassen van verschillende leerstrategiëen. Denk bijvoorbeeld aan:
- De vraagsteller: stelt vragen over verschillende onderdelen van de les, gaat na of en waar een tekst onduidelijk of verwarrend is en helpt om verbindingen te maken met andere (deel)onderwerpen.
- De samenvatter: vat de belangrijkste punten en details uit de tekst en de klassikale discussie samen.
- De verduidelijker: gaat indien nodig aan de slag met de vragen van de vraagsteller en zorgt ervoor dat alles voor iedereen duidelijk wordt.
- De voorspeller: doet een voorstelling op basis van wat hij denkt dat er gaat gebeuren op basis van wat is (voor)gelezen en besproken.
Nog een stapje verder
Door dit klassikaal te doen, zien leerlingen van elkaar hoe ze te werk gaan. Ook is het mogelijk om de verschillende rollen in groepjes in te delen. Linksvoor zitten de vragenstellers, rechtsachter de voorspellers, enzovoorts. Wie nog een stapje verder wilt gaan, bedenkt geen rollen maar laat de leerlingen dit zelf doen. Je stimuleert hiermee het eigenaarschap over het leerproces. Het uitgangspunt hierbij is: wat hebben we nodig om deze tekst met zijn allen zo goed mogelijk te begrijpen? Op basis van die vraagstelling kunnen leerlingen een rolverdeling bepalen en in groepjes of klassikaal aan de slag met de tekst.
Heb jij nog een goede tip om leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen extra ondersteuning te bieden? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.