Als leerkracht zoek je voortdurend naar manieren om woorden niet alleen aan te leren, maar ook te verankeren in het geheugen van de kinderen. Met deze speelse werkvormen en creatieve activiteiten breng je de woorden en het leerproces tot leven.
Dit artikel is eerder verschenen in Praxisbulletin
Woordkaartjes
Woord- en omschrijvingskaartjes of woordplaatjes zijn van grote waarde. Je zet ze makkelijk in voor een potje memory of Mix & Match: hussel de kaartjes en deel uit. De kinderen lopen door de klas en gaan op zoek naar het kaartje dat bij dat van hen hoort. Gebruik de kaartjes ook als input voor hints of pictionary. Voeg kaartjes van eerdere blokken of thema’s toe om eerder opgedane kennis up-to-date te houden.
Bingo
Geef de kinderen een raster van 3×3 of 4×4 vakjes en laat ze in elk vakje een willekeurig woord van de week schrijven. Noem omschrijvingen van de woorden. Als een kind het woord op zijn bingokaart heeft staan, kleurt-ie het vakje. Wie heeft het eerste een rij gekleurd?
Verboden woord
Zet een kind voor het digibord. Achter het kind verschijnen om de beurt woorden van de week. De kinderen in de groep mogen om de beurt een omschrijving geven of een tegenstelling, of iets anders wat het kind kan helpen het woord te raden. Natuurlijk mag het woord zelf niet genoemd worden. Hoeveel woorden raadt het kind in één minuut?
Tekenen
Wie kan de meeste woorden van de week verwerken in één tekening?
Lijntjes leggen
Laat in tweetallen korte verhaaltjes of gesprekjes bedenken waarin vijf (of: zo veel mogelijk!) woorden van de week voorkomen. Zo verbinden de kinderen de woorden in hun hoofd met elkaar.
Pictionary
Laat een kind een geheim woord van de week op het digibord tekenen. Wie het woord het eerst raadt, is de volgende tekenaar. Uitbeelden is ook leuk!
Levend schilderij
Laat de kinderen in twee- of drietallen een woord van de week kiezen en op jouw teken uitbeelden. Ze moeten stil blijven staan en geen geluid maken! Loop met een kind door dit tableau vivant en noem de woorden die jullie herkennen.