Het Nederlandse onderwijs is er het afgelopen jaar niet beter op geworden, aldus het jaarverslag van de Inspectie van het Onderwijs. Te veel leerlingen verlaten de basisschool terwijl ze de basisvaardigheden rekenen, lezen en schrijven nog niet beheersen. De coronacrisis heeft deze problemen vergroot. Daarom roept de Onderwijsinspectie scholen op om de 8,5 miljard van het Nationaal Programma Onderwijs te gebruiken voor structurele veranderingen.
Problemen die al eerder werden geconstateerd, zijn in 2020 verder toegenomen: het lerarentekort is gegroeid, de schooladviezen in groep 8 zijn lager, de kansenongelijkheid stijgt en te veel leerlingen voldoen niet aan de minimale eisen voor lezen en rekenen. In haar jaarverslag De Staat van het Onderwijs geeft de inspectie het onderwijs de volgende boodschap mee: zorg ervoor dat de leerlingen weer beter leren rekenen, lezen en schrijven.
Kansenongelijkheid
Coronajaar 2020 was een jaar van ongelijke kansen. Door het ontbreken van de eindtoetsen zijn zo’n 14.000 leerlingen een hoger schoolniveau misgelopen. Vooral meisjes en leerlingen uit lagere sociaaleconomische klassen blijken de dupe te zijn. Op sommige basisscholen was het lesaanbod tijdens de lockdown minder goed. De naar schatting 35.000 leerlingen die op deze basisscholen zitten, maakten minder leergroei door. Juist voor deze leerlingen is het extra belangrijk om ook goed te kunnen rekenen, lezen en schrijven. Gelijke kansen worden namelijk deels bepaald door de mate waarin je de basisvaardigheden op orde hebt, aldus de Onderwijsinspectie.
8,5 miljard voor onderwijsverbetering
Tijdens de coronacrisis is er extra geld uitgetrokken voor de verbetering van het onderwijs. Met 8,5 miljard euro kunnen corona-achterstanden weggewerkt worden. Volgens de inspectie biedt die overheidssteun grote kansen voor de verbetering van het onderwijs. Maar dan moet het onderwijs niet teruggebracht worden naar de toestand van voor 2020. Daar zijn te veel leerlingen niet mee geholpen. Het herstel is juist een unieke kans om te komen tot een echt duurzame renovatie van het onderwijs.
Bijscholing in vakdidactiek
Scholen kunnen met de overheidssteun, volgens de inspectie, het beste de onderliggende oorzaken van de teruglopende basisvaardigheden aanpakken. ‘Vakdidactiek’ is daarbij het sleutelwoord. Oftewel: de kwaliteit om kennis op een effectieve manier over te dragen. ‘Als we de komende twee jaar de kwaliteit van de vakdidactiek kunnen verhogen door bijscholing van leraren, dan hebben we daar na afloop van het Nationaal Programma Onderwijs nog steeds veel profijt van,’ aldus inspecteur-generaal Alida Oppers.
Naar een verbetercultuur
In vijftien jaar tijd is Nederland verdwenen uit de lijst met toplanden als het gaat om rekenen, taalvaardigheid, lees- en natuuronderwijs. Oprichter van Stichting LeerKracht Jaap Versfelt zag daarom al jaren geleden de noodzaak om het Nederlandse onderwijs van een kwaliteitsimpuls te voorzien. Hij vindt dat scholen hun leraren nu niet allerlei cursussen vakdidactiek moeten aanbieden. Het is in zijn ogen juist cruciaal dat er op school, onder leraren, een cultuur bestaat waarin zij gezamenlijk en voortdurend bezig zijn het onderwijs te verbeteren.
Wat vind jij?
Waar vind jij dat de 8,5 miljard euro naartoe zou moeten gaan? Naar het (op korte termijn) oplossen van studievertraging? Of juist naar het aanpakken van de onderliggende problemen? Hoe zet jouw school de overheidssteun in?
We zijn benieuwd naar jullie reactie en brengen hieronder graag de discussie op gang over de inzet van de overheidssteun op scholen. Dus deel je mening met ons via het reactieformulier.