Het zijn voornamelijk delicten in het hogere geweldsspectrum die zwaarder bestraft worden dan pakweg tien tot twintig jaar geleden. Er moet dan gedacht worden aan misdrijven tegen het leven, (vuur)wapengeweld en zaken als verkrachting en aanranding. Vernieling. Het onderzoek – gepubliceerd in het Tijdschrijft voor rechtspraak en straftoemeting – onderzocht dat rechters gemiddeld elf procent zwaarder straffen dan twintig jaar geleden. ‘De rechter lijkt te reageren op de maatschappelijke roep om strenger te straffen’ verklaart onderzoeker Frank van Tulder. Deze roep klinkt met name bij geweldsdelicten en bij slachtoffers van dergelijke delicten. De roep om strenger straffen komt uiteindelijk bij rechters terecht aldus Jacco Janssen, woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak. ‘De maatschappij tolereert geweld niet meer. Dat sijpelt door naar zittingszalen.’ Rechters geven daarnaast steeds vaker naast een onvoorwaardelijke strafeen voorwaardelijkestraf. Dit zorgt voor een stok achter de deur: als de verdachte dan nog een keer de fout ingaat wordt hij of zij zwaarder gestraft. De onvoorwaardelijke straffen voor gewelds- en seksuele misdrijven lag in 2018 ongeveer 65 procent hoger dan in 1998. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat voor enkele misdrijven de maximumstraf omhoog is gegaan. Zo ging moord van twintig naar dertig jaar. Voor bijvoorbeeld geweld tegen hulpverleners als ambulancepersoneel of brandweerlieden is de roep om zwaarder te straffen luid geweest. Voor sommige gewelds- en seksuele delicten is door de politiek een taakstrafverbod opgelegd. Rechters mogen dan geen taakstraf of leerstraf opleggen maar moeten zwaarder straffen. De straffen voor drugsdelicten bijvoorbeeld zijn dan weer gedaald in de onderzochte periode. Tot wel twintig procent. Mede door de vele nieuwsberichten over drugsgerelateerde criminaliteit is de roep om harder te straffen juist hier aanwezig. Rechters zijn in vooral ‘kleine’ delicten minder hard gaan straffen. Daarnaast leggen rechters vaker taakstraffen op en geen boetes.
De roep uit de samenleving om harder te straffen is niet door iedere strafrechtadvocaat gewenst. Gerald Roethof zegt in De Volkskrant dat volgens hem strenger straffen een uiting is van de verharding van de samenleving in het algemeen. ‘Ik vind dat geen goede zaak.’ Hij denkt dat onder meer het politieke klimaat en de media hierin een grote rol spelen. ‘Veel zaken worden negatief in het nieuws gebracht. Dat komt ook op het bordje van de rechters terecht.’ Heeft deze advocaat een punt denk je? Is er nog wel sprake van onafhankelijke rechtspraak met deze maatschappelijke druk?