De voetbal suist rakelings langs mijn oor en eindigt met een knal tegen het hek. ‘Sorry, juf!’ hoor ik. Lachend roep ik de jongens toe dat ze een beetje uit moeten kijken. Ik zeg ze toe dat ik op een iets veiligere plek zal gaan staan. Zodat ik de pauze overleef.
Terwijl de jongens uit mijn groep verder voetballen, dwalen mijn gedachten af. Naar mijn begintijd als juf. Op schoolkamp. Met groep 8. Ik ben weer op het voetbalveldje in de bossen bij de kampeerboerderij. Een grasveld omringd door oude, dikke bomen en bramenstruiken. Met hobbels en kuilen. Een risico voor je enkels. In het doel, tussen groen geworden palen, een net met hier en daar een flink gat.
Een clubje jongens heeft zich verzameld op dat veldje. Jochies met petjes, zwarte trainingsbroeken en dikke sportschoenen. Normaal spelen ze op straat. Tussen het beton van de stad.
Als ik aan kom lopen en aankondig dat ik wel mee wil doen, gaan er wat blikken over en weer. Nog net niet spottend. Er wordt met een zucht besloten bij welk team ik dan maar moet. Ik loop me de blubber. Verbijt me hier en daar. Maar met mijn voetbalspel, wat vooral lomp is, houd ik me best staande tussen de jongens. We lachen. Grappen over en weer. Een mooi potje voetbal. Terwijl ik met een vuurrode kop en snakkend naar een slok water het veld verlaat, ontvang ik lachend high fives en schouderklopjes van de jongens. En hoewel ik niet scoorde in de wedstrijd, voel ik dat ik wat gewonnen heb.
De volgende ochtend, na een eerste, doorwaakte nacht met ketende kinderen, sta ik stram op. Ik voel elke spier in mijn lijf. Ik vrees dat ik de hele dag mag nagenieten van mijn voetbalavontuur.
Later die middag zit ik even in het zonnetje en geniet van de schoolkampsfeer. Een van de jongens komt naar me toe. ‘Juf, doe je mee met een potje voetbal?’ Ik kijk in een stralend gezicht. Ik voel hoe mijn spieren me smeken om me rustig te houden. Langzaam sta ik op. ‘Goed, dan.’ De jongen draaft het veld op. ‘Yes, de juf doet mee en ze zit bij ons!’
Ik word opgeschrikt uit mijn herinneringen door een tweede poeier tegen het hek. Wederom een verontschuldiging, gevolgd door een vraag. ‘Juf, doe je ook mee?’ Ik denk aan de dag van morgen. Het spierpijn-schrikbeeld doemt even op. ‘Ah ja, juf dan doen wij ook mee,’ zegt een groepje meiden. Oké vooruit… punten scoren dan maar!