Als ik van mijn fiets stap en richting mijn huis loop, komt de indringende, frisse verflucht me tegemoet. De voordeur staat open. Ik stap de gang in, ontwijk voorzichtig een pot verf en schuifel behoedzaam langs de net geschilderde kamerdeur richting de keuken.
De schilder begroet me vrolijk: ‘Goedemiddag, juf!’ Sinds hij weet dat ik in het onderwijs werk, noemt hij me consequent ‘juf’.
‘Hallo!’ zeg ik opgewekt, terwijl ik mijn tas naast het aanrecht zet. ‘Het ziet er strak uit, zeg! Knap werk. Koffie?’
Terwijl ik koffiezet, zie ik hoe de schilder met een vaste hand de verf op het kozijn zet. Mooi vind ik dat. Voordat hij begon met zijn klus, legde hij me van alles uit over zijn materiaal. Waarom hij juist met die ene verf werkt en niet met een andere. Hij gaat alleen maar voor het beste van het beste. ‘Al het andere is troep, juf. Daar werk ik niet mee.’
Ik zet een dampende mok koffie voor de schilder naast de met verfspetters versierde radio neer. En terwijl de muziek door de kamer schalt, denk ik aan Lucy.
‘Zoek het maar uit met je sommen, juf! Dat ga ik dus echt niet doen.’ Lucy schuift haar werk naar de hoek van haar tafel en gaat demonstratief met haar rug naar me toe zitten. Een paar andere kinderen kijkt gespannen toe. Wat ga ik doen? Ik besluit het even te laten. ‘Lucy, ik kom zo bij je.’ Ik kijk naar haar boze rug. Een schouder wordt haast onzichtbaar opgehaald. ‘En de rest van groep 8 kan gewoon weer aan het werk gaan,’ zeg ik rustig en ga verder met de verlengde instructie.
Na een poosje schuif ik mijn stoel bij de tafel van Lucy. ‘Hé, Lucy, draai je even om. Ik wil met je praten.’ Zuchtend draait ze zich om. Voordat ik iets kan zeggen, flapt ze eruit: ‘Weet je juf, ik vind het gewoon onzin. Alsof ik die sommen later nodig heb. Je weet toch dat ik schilder word? Daarvoor hoef ik niet te kunnen rekenen.’ Ik glimlach. ‘Dus schrap het maar van mijn rooster,’ gaat ze vastberaden verder.
Ik denk even na. ‘Lucy, weet je wat een offerte is? En een factuur? En heb je bedacht hoe je gaat berekenen hoeveel verf je nodig hebt voor een klus?’ Lucy kijkt me vragend aan en er ontstaat een gesprek over winst, offertes en facturen. Ook andere kinderen mengen zich in het gesprek.
Als we uitgepraat zijn, zeg ik bewust niets over de sommen. Lucy kijkt van haar rekenwerk naar de klok. ‘Juf, vind je het goed als ik voor deze ene keer dat laatste rijtje laat zitten? Dan krijg ik het misschien nog net af voor de pauze.’
De schilder roept enthousiast boven de muziek uit: ‘Je zult trouwens een nieuwe schilder moeten zoeken, juf.’ Ik schrik op uit mijn gedachten. ‘Nog even en dan ga ik lekker met pensioen. De volgende keer dat de boel hier geschilderd moet worden, zit ik al lang en breed achter de geraniums!’ Ik kijk hem aan en zeg met een lach: ‘Maak je geen zorgen. Jij kan heerlijk van je oude dag gaan genieten, hoor. Als het een beetje meezit, weet ik voor de toekomst al een nieuwe schilder. Een hele goede!’