Op de techniek-afdeling van het Montessori College Oost volgen leerlingen een eigen leerroute die afgestemd is op het profiel van hun keuze. In dit artikel, dat eerder verscheen op Leerling 2020, legt docent Kees Laan uit hoe hij deze eigen leerroute gebruikt om te differentiëren. Is deze werkwijze ook geschikt voor jouw school?
Leerlingen op het MCO kiezen zelf in welk interessegebied en op welk niveau ze leren. Daardoor zijn ze beter gekwalificeerd om na hun opleiding bij een bedrijf te werken, stelt Kees: “We bepalen een leerroute op basis van het profiel dat leerlingen kiezen. Als je bijvoorbeeld iets met ICT wilt doen, dan kun je daar je leerstof op aanpassen.” Leerling Philemon koos bijvoorbeeld voor de richting sanitair. “Je mag zelf kiezen of je badkamer-sanitair wil doen, of leidingen of tegelen, eigenlijk alles wat je wil doen.” Bekijk de video:
Gemengde klassen
Leerlingen van vmbo-basis en -kader krijgen op het MCO samen les en leren van elkaar. “Doordat de klassen gemengd zijn, heb je meer kennis door leerlingen,” zegt leerling Adjani. “Een leerling van kader kan een leerling van basis helpen, omdat hij meer kennis heeft.” Om in gemengde klassen te kunnen differentiëren heeft Kees de leerstof, de werkplekken en de materialen aangepast.
Differentiëren in leerstof
Kees maakte een digitaal keuzepakket om leerlingen te helpen met hun keuze: “Wil je leerlingen die keuze bieden, dan moet je leerstof klaar hebben liggen voor verschillende interessegebieden en niveaus. Om dit werkbaar te houden heb je een methode nodig die dit voor een groot deel ondersteunt. Voor ons is dit Vmbo Digitaal.” Naast deze differentiatie in interessegebied en niveau biedt hij ook verschillende vormen van instructie. Naast uitleg op papier gebruikt hij zelfgemaakte filmpjes en doet hij taken voor in de les.
Indeling van werkplekken
Allereerst heeft Kees gezorgd voor een logische en praktische indeling van machines en werkplekken. Voor het vak Techniek betekent dit bijvoorbeeld aparte hoeken voor lassen, pneumatiek, installatietechniek, elektrotechniek, elektronica, metaaltechniek en moderne technieken als 3D. Daarnaast is er een theorieruimte met digitale leermiddelen.
Op deze manier wordt het voor leerlingen herkenbaar welke taken ze op welke plek doen. Aan het einde van de dag kunnen ze beter benoemen met welk onderwerp ze die dag bezig zijn geweest. Om de apparatuur en materialen in de lokalen goed te kunnen inzetten maakte Kees een studiewijzer naar studiewijzer voor de leerlingen, waarin zij hun keuzes aangeven.
Differentiëren in materialen
Daarnaast zorgde Kees ervoor dat het magazijn van de school op orde was. “Als je leerlingen zoveel keuzemogelijkheden biedt, moet je daar ook aan kunnen voldoen. Zorg dus voor voldoende materialen en werkstukken.” Een tip van Kees: “Maak de benaming van de gereedschappen visueel, zodat leerlingen deze kunnen herkennen zonder hulp.”
Actieve werkhouding
Als docent heb je tijdens de lessen een actieve werkhouding nodig, stelt Kees. “Leerlingen hebben veel bevestiging nodig. Ze willen zeker weten dat ze goed bezig zijn. En je moet doorhebben wat ze nodig hebben. Wie heeft genoeg aan één keer de opdracht voordoen? Wie wil het nog eens bekijken op film? En wie leest het zelf en kan daarmee uit de voeten? Je kunt niet achter je bureau gaan zitten en verwachten dat je leerlingen zelf wel aan het werk gaan. Positieve feedback en een actieve werkhouding naar de leerlingen toe maken een wereld van verschil.”
Hoe denk jij over de aanpak en werkwijze van Kees? Welke elementen triggeren jou het meest? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.