Als docent is het je vast niet ontgaan. Afgelopen week vond in de Utrechtse Jaarbeurs de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) plaats. Het thema dit jaar was ‘Voor beter onderwijs’. OVM-redacteur Milou Dekkers ging erheen en brengt verslag uit van de nieuwste ontwikkelingen op IT-gebied.
Van het Future Lab tot het programmeerplein. Docenten met een zwak voor de nieuwste snufjes op het gebied van IT konden op de NOT hun hart ophalen.
Future lab
Het Future lab, niet te missen in het midden van de beurshal, bood innovatieve starters in de IT de kans om hun producten en de mogelijkheden voor het onderwijs te presenteren. Een greep uit het aanbod: De Isprout app die leerlingen motiveert gezonder te leven en meer te bewegen. Via vlogs krijgen kinderen een challenge, bijvoorbeeld de inhoud van hun broodtrommel te veranderen.
Voor mbo-studenten is er de dialogue trainer: studenten krijgen een situatie waarover ze een gesprek moeten voeren met een virtuele gesprekspartner. Die reageert vervolgens op basis van datgene wat de student zegt, wordt in sommige gevallen boos en is in andere gevallen tevreden. Een veilige manier om professioneel met elkaar te leren communiceren.
Programmeerplein
Op het programmeerplein oefenen leraren deze NOT-week hun programmeer-skills zodat ze die later ook in de klas kunnen inzetten. Want: er is een kloof tussen de digitale ontwikkeling van kinderen en de toekomstige vraag vanuit de maatschappij, stelt onder meer Future NL. Tegelijkertijd jaagt digitale geletterdheid als vast onderdeel van het curriculum sommige leraren nog altijd angst aan. Daarom wat tools om docenten een handje te helpen. Bomberbot biedt kant-en-klare lespakketten gericht op digitale vaardigheden. En Future NL staat op het programmeerplein met de workshop digi-doeners, waarbij leraren een les kunnen proberen om hun digitale vertrouwen een boost te geven.
Interesse voor bèta met humanoïde robot en virtual reality
Volop in ontwikkeling is de humanoïde robot. De robot van bèta-onderwijsinstituut Wismon wandelde op de NOT door de gangen. De robot wordt ingezet in het po en vo om de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden – zoals onderzoekend en ontwerpend leren – te stimuleren. Bijvoorbeeld met computational thinking en programmeren in Scratch.
Ook virtual reality (VR), waarbij leerlingen een schoolreisje naar Mars plannen en op het International Space Station experimenteren met gewichtloosheid is onderdeel van de lespakketten van Wismon. Een boodschap van de ontwikkelaars: “Technologie en wetenschap zijn niet saai. Leerlingen onthouden de vakinhoud beter als je in de klas werkt vanuit nieuwsgierigheid en creativiteit.”
Technologie in de kleuterklas
Ook op het po staan de IT-ontwikkelingen niet stil. Met Coding Express van Lego Education kun je programmeren met kleuters. Blokjes in verschillende kleuren staan voor verschillende opdrachten voor de trein: voor- of achteruit, stoppen of versnellen of zelfs een liedje afspelen. Ook leuk voor de kleuters is de instructiemuur van Meester Sander, waarbij kinderen met behulp van een tablet een instructie kiezen om iets te vouwen – van vliegtuigje tot bootje.
Voor de leraar
IT is niet alleen interessant voor leerlingen, maar ook voor de leraar zelf. Zo is Snappet op steeds meer basisscholen een bekende. Op de NOT namen leraren plaats in de schoolbankjes voor een proefles. Het onderwijsplatform zet in op adaptief leren en biedt docenten per vak of leerdoel een onderwijsplan en instructiemateriaal. Kinderen verwerken de stof via hun tablet en als leraar krijg je een overzicht van de resultaten, zodat je precies weet waar kinderen op vastlopen of wie extra hulp nodig heeft. De proefklas is enthousiast: “Ik ben niet zo technisch, maar dit lijkt me eenvoudig en als het eenmaal draait scheelt het me veel tijd.”
Wat zijn voor jou relevante ontwikkelingen op het gebied van IT? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.