‘Schep je dan geen precedent?’ is een van de meest gebruikte zinnen die deelnemers aan mijn training gebruiken wanneer ik iets onverwachts voorstel. Een leerling die door je klas stuitert? Laat hem een rondje rennen. Een leerling die vanwege een vechtscheiding zijn boek is vergeten? Leen hem jouw boek. Als je leerlingen gelijk wil behandelen, behandel ze dan zo verschillend mogelijk.
Het precedent is niet de leerling, maar jouw overtuiging over de leerling. Een leerling uitstel geven voor een toets, jouw boek uitlenen, een rondje laten rennen; je zou een precedent scheppen als je aantoonbaar kunt maken dat deze keuzes in het verleden tot ongewenste ontwikkelingen heeft geleid bij jou of bij een ander. Je kunt tenslotte pas van precedentwerking spreken, als voorafgaand aan die uitspraak is bewezen dat het effect gewenst of ongewenst is. In dat kader lijkt het erop dat de zin ‘schep je dan geen precedent’ uitsluitend wordt gebruikt om iets niet te doen.
Het is een risicomijdende interventie. Met deze risicomijding schep je (onbewust) een schijnprecedent. Je veinst dat het voorafgaande je geleerd heeft dat je in het heden iets niet moet doen. Maar vraag je je weleens af of dat klopt? Hebben leerlingen in het verleden inderdaad laten zien dat jouw barmhartigheid wordt beantwoord met er misbruik van maken?
Misbruik
Ik leg cursisten altijd uit dat de zin ‘schep je dan geen precedent’ meer omvat dan alleen die vijf woorden. Je oordeelt namelijk over jouw leerlingen, maar doet dat op basis van nauwelijks aantoonbaar bewijs uit het verleden. Bovendien creëer je een negatief heden. Je zegt dat je vermoedt dat jonge mensen misbruik van jouw barmhartigheid maken. Je geeft aan dat andere leerlingen jouw goedheid ombuigen in een ongewenst precedent. In dat geval wordt jouw goedheid door de leerlingen ook van jou gevraagd op het moment dat die goedheid helemaal niet passend is.
Wat dan wel?
Als je het woord precedent in jouw schatkist van het docentschap toelaat, maak je van leerlingen objecten. Je leerlingen vallen dan samen met één gebruiksaanwijzing. Je werkt dan vanuit de overtuiging dat jouw barmhartigheid onmiddellijk wordt misbruikt.
Wat zou er gebeuren als je van leerlingen subjecten maakt? Unieke wezens die op momenten in hun leven een leraar nodig hebben die af durft te wijken van de algemene gebruiksaanwijzing? In dat kader heb je het lef voor de (nabije) toekomst nieuwe precedenten te scheppen. Je handelt dan vanuit vertrouwen en geeft een positief signaal af aan leerlingen. Je wordt die leraar die rekening houdt met het soms onrechtvaardige levenspad van leerlingen.
Elke dag anders
Als dat lukt, creëer je een leerklimaat waarin leerlingen op jouw barmhartigheid vertrouwen. Ze aanvaarden je als medemens, omdat je zichtbaar aandacht hebt voor hun uniciteit. Jouw precedent is dan dat je wat vooraf ging gebruikt als basis, maar wat erbij komt steeds toevoegt aan jouw begeleidingskoffertje en de daarbij horende keuzes. Je besluit dat een leerling die niet stil kan zitten het recht heeft om te bewegen. En vertrouwt erop dat kinderen die wel stil kunnen zitten, begrijpen dat je een uitzondering maakt voor een leerling die daar recht op heeft.
Dat wil ik ook
Oké: ik zal negatief afsluiten over het mogelijke gedrag van leerlingen. Een leerling zou inderdaad kunnen zeggen: ‘Dan wil ik mijn proefwerk ook volgende week maken.’ Je kunt die leerling dan het podium van het precedent geven en aangeven dat je barmhartigheid wordt misbruikt. Op die manier sluit je een coalitie met het precedent wat je juist verwerpt.
Je kunt je ook gedragen als een president die deze leerling helder kan uitleggen dat die uitzondering niet voor hem geldt. Gewoon, omdat zijn rugzakje er nu eenmaal anders uitziet en uitstel in zijn geval niet passend is. In dat geval ben je een president die zijn beleid niet enkel afstemt op het voorafgaande (het precedent), maar ook weet dat het docentschap elke dag anders is en kansen biedt om elke dag nieuwe precedenten te creëren.
Ivo Mijland is auteur van 23 onderwijsboeken, waaronder het nieuwe boek Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker, dat eind november 2018 verscheen bij Uitgeverij Quirijn.
Hoe is het gesteld met jouw (onbewuste) overtuigingen over leerlingen? Lukt het jou om telkens weer open te staan en nieuwe precedenten te creëren? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.