‘Wanneer heb jij zin in rekenen?’ En: ‘Wat maakt dat jij een rekenles goed vindt?’ Stel jij deze vragen weleens aan je leerlingen? Door het voeren van rekengesprekken, ontdek je wat de onderwijsbehoeften van leerlingen zijn en kun je jouw rekenwiskunde-onderwijs afstemmen op wat zij nodig hebben. Hoe doe je dat in de praktijk?
Drs. Jarise Kaskens is als hogeschoolhoofddocent en onderzoeker verbonden aan Hogeschool Windesheim en is PhD-student aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze schreef het boek Rekengesprekken voeren. Een praktische aanpak om de onderwijsbehoeften van leerlingen te achterhalen. Meer weten? Mail naar jmm.kaskens@windesheim.nl.
Een rekengesprek zet je in als je te weten wilt komen wat een leerling nodig heeft om verder te komen in zijn rekenontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan een leerling met rekenproblemen, een leerling die niet gemotiveerd lijkt, een sterke rekenaar of een onopvallende leerling. Door bijvoorbeeld twee keer per jaar een gesprek te voeren met enkele leerlingen, krijg je waardevolle input. Dit levert je het volgende op:
- Je krijgt een beeld van de rekenbeleving, het rekenniveau en het redeneer- en oplossingsproces van de leerling.
- Door de leerling actief te betrekken, vergroot je zijn eigenaarschap.
- Je krijgt vaak direct suggesties voor jouw dagelijks handelen bij het vak rekenen-wiskunde.
- De gesprekken helpen je de onderwijsdoelen bij rekenen-wiskunde te halen.
- De gesprekken helpen je passend(er) rekenwiskunde-onderwijs te geven.
Varianten van rekengesprekken
Rekengesprekken kunnen variëren. Soms zijn ze kort en voer je ze ‘tussendoor’ in een rekenles; je ontdekt wat de onderwijsbehoeften van leerlingen zijn en je kunt je les direct bijsturen. Soms zijn rekengesprekken uitgebreid en hebben ze een meer diagnostisch karakter. Zo’n diepgaander rekengesprek heeft als doel een gedetailleerd beeld van de rekenontwikkeling van de leerling te krijgen en is gericht op het inzetten van interventies gedurende een langere periode.
Je kunt rekengesprekken voeren met individuele leerlingen, maar ook met een groepje. Je kunt er apart voor gaan zitten, maar je kunt rekengesprekken ook in de klas voeren als andere leerlingen zelfstandig aan het werk zijn.
Hoe ziet een goed rekengesprek eruit?
Prioriteit is dat je echt contact hebt met de leerling. Verder is een ‘rijk’ rekengesprek handelings- en oplossingsgericht. Het bevat een gespreksdeel over de rekenbeleving en een gespreksdeel gericht op de denk- en oplossingsprocessen van de leerling (het rekeninhoudelijke deel). In het boek Rekengesprekken voeren (Kaskens, 2018) geef ik een praktisch basismodel voor een rekengesprek, met daarbij diverse raamwerken voor de voorbereiding en uitvoering.
Rekenopgaven
In het rekeninhoudelijk gespreksdeel kun je de leerling rekenopgaven voorleggen. Deze leveren veel informatie op over de onderwijsbehoeften. Je selecteert vooraf de opgaven; dat doe je op basis van de beschikbare gegevens over de leerling. Modellen als het hoofdlijnenmodel, drieslagmodel en handelingsmodel uit het Protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie (Van Groenestijn, Borghouts & Janssen, 2011; 2012) kun je zinvol inzetten en zijn geïntegreerd in de raamwerken.
Tijdens het rekeninhoudelijk gesprek kan blijken dat het nodig is om te controleren of voorwaardelijke kennis aanwezig is. Ook kun je hulp bieden om na te gaan wat werkt bij de leerling, bijvoorbeeld door denkstappen te laten uitschrijven of een stappenplan aan te bieden.
Hoe haal je zoveel mogelijk uit een rekengesprek?
- Stel open vragen en vraag door.
- Stel procesgerichte vragen en vragen die tot nadenken aanzetten.
- Observeer de leerling.
- Luister aandachtig, durf stiltes te laten vallen en vul niet te snel het antwoord in voor de leerling.
- Vat samen.
- Richt je op de kwaliteiten van de leerling (‘Wat lukt wel?’ of ‘Hoe lukt het wel?’).
- Streef commitment na.
- Laat de leerling actief meedenken over eventuele oplossingen en de manier waarop jij afstemt op zijn onderwijsbehoefte. Dat versterkt eigenaarschap.
Start vandaag nog
Een rekengesprek hoeft niet ingewikkeld te zijn. Als je nieuwsgierig bent naar hoe een leerling rekent en de rekenwiskunde-les beleeft, kun je er vandaag al mee aan de slag. Denk aan de volgende vragen:
- Wanneer heb je zin in rekenen?
- Waarvoor heb je rekenen nodig?
- Wat gaat er goed bij rekenen, waar ben je trots op?
- Wat zou je willen leren?
- Wat maakt dat jij een rekenles goed en prettig vindt?
- Wat zou er anders kunnen tijdens de rekenles?
- Wat moet ik zeker blijven doen?
- Wat helpt jou bij rekenen? Wat kan ik doen?
- Wat is de rekenvraag die je moet beantwoorden?
- Kun je op papier uitwerken hoe je deze som oplost?
- Hoe weet je dat het antwoord klopt?
Stel jij weleens rekenvragen aan je leerlingen? Wat betekenen hun reacties voor jouw handelen in de rekenwiskunde-les? Laat het ons weten in het formulier hieronder.