Uit de meest recente PISA-meting blijkt dat de leesvaardigheid in Nederland voor het eerst in drie jaar tijd significant onder het gemiddelde van de vijftien EU-landen is gedaald. Bijna een kwart van de 15-jarigen leest zó slecht dat ze zich niet kunnen redden als zelfstandig burger in de samenleving. Aanleiding om het leesonderwijs grondig aan te pakken. Maar hoe zit het eigenlijk met de regels rondom lezen in het primair onderwijs?
De basis voor (begrijpend) lezen wordt gelegd in het basisonderwijs. De overheid heeft vastgelegd wat leerlingen aan basiskennis en -vaardigheden moeten kennen en kunnen. Alle referentieniveaus samen vormen het referentiekader voor taal en rekenen. In het referentiekader zijn voor taal per niveau de volgende domeinen omschreven: Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijven, Begrippenlijst en taalverzorging. Leesvaardigheid bestaat uit twee subdomeinen: het lezen van zakelijke teksten en het lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten.
F- & S-niveau
In het referentiekader is in een doorlopende leerlijn vastgelegd aan welk niveau leerlingen op een bepaald moment in hun schoolloopbaan moeten voldoen. Die niveaus noem je de fundamentele niveaus (F). Voor leerlingen die meer aan kunnen, zijn er de streefniveaus (S). Aan het eind van de basisschool moeten leerlingen minimaal voldoen aan niveau 1F. Ongeveer 75 procent van de leerlingen haalt dat niveau. Een deel van de leerlingen behaalt ook niveau 2F (streefniveau 1S).
Niveau 1F:
- Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.
- Kan jeugdliteratuur belevend lezen.
Niveau 1S/2F:
- Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling en over onderwerpen die verder van de leerling af staan.
- Kan eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend lezen.
Kerndoelen & TULE
SLO ontwikkelde kerndoelen die gebaseerd zijn op de referentieniveaus. De kerndoelen geven aan wat leerlingen in een bepaald deel van hun opleiding moeten kennen en kunnen. Het zijn globale doelen, dus er is veel ruimte voor eigen invulling. Om ze wat concreter te maken, ontwikkelde SLO ook Tussendoelen & Leerlijnen (TULE). De TULE voor taalonderwijs vind je hier.
Leesonderwijs in kerndoelen
Kerndoel 4 heeft betrekking op het leesonderwijs: ‘Leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.’ In de bijbehorende leerlijn zijn gebruik, vorm, inhoud en aanpak verder uitgewerkt. Ook de tussendoelen per groep vind je daar. Verder uitgewerkt is wat de leraar per groep doet. En je vindt er steeds een doorkijkje waarmee de lessen concreet worden.
Leerstoflijnen
SLO heeft het referentiekader ook verder uitgewerkt door per domein Leerstoflijnen te maken. De leerstoflijnen voor het leesonderwijs vind je hier. Basisscholen kunnen de leerstoflijnen gebruiken voor de planning en opbouw van hun onderwijsaanbod. Ook vormen ze een hulpmiddel voor teams om gezamenlijk te reflecteren op het leesonderwijs.
PISA, Taalraad en leesonderwijs
De meest recente PISA-meting laat zien dat de leesvaardigheid in Nederland significant is gedaald. Alle reden om het leesonderwijs op scholen rigoureus aan te pakken, aldus de in 2018 opgerichte Taalraad (in opdracht van de Nederlandse en Vlaamse ministers van Onderwijs, omdat toen ook al bleek dat de leesprestaties dalen). Deze zomer bracht deze raad een rapport uit, waarin je leest wat er volgens hen moet gebeuren om het leesonderwijs te verbeteren.
Verder lezen?
OVM publiceerde eerder verschillende artikelen over lezen en leesonderwijs. Lees hier bijvoorbeeld hoe je begrijpend lezen leuk maakt. Dit artikel gaat over close reading, waarmee leerlingen tot dieper tekstbegrip komen. En hier lees je hoe je leesplezier kunt bevorderen.
Hoe merk jij op jouw school dat de leesvaardigheid van leerlingen is afgenomen? Wat doe jij hieraan? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.