Je hoort het jezelf zeggen: ‘Probeer het nog maar een keer’. Als je goed naar jezelf luistert, hoor je dan eigenlijk wel wat je zegt? Moeten we ‘probeer het nog maar een keer’ niet vervangen door ‘probeer het eens anders’? Als in: stilstand is achteruitgang. Dat is ons met de paplepel ingegeven. Als je voortdurend blijft herhalen wat je al kent of wat je al weet, dan kom je niet verder.
Bij een heleboel activiteiten of vaardigheden is het prima om een gemiddeld niveau te bereiken en het daarbij te laten. Als je dat niveau bereikt, heb je een vaardigheid tot een automatisme gemaakt, maar je prestaties zullen niet verbeteren. Iemand die bijvoorbeeld al tien jaar piano speelt en vervolgens niet meer doelbewust oefent, zal niet meer beter worden. Dus wil je je prestaties verbeteren omdat je iets leuks vindt? Dan zal je aan de slag moeten. Wie oefent, zal het alleen nog maar leuker gaan vinden. In dat geval werk je aan je leergeluk.
‘De aanhouder wint’ is een mooi gezegde, maar klopt dit eigenlijk wel?
Natuurlijk heb je wilskracht en doorzettingsvermogen nodig om te leren en je prestaties te verbeteren, maar met alleen wilskracht red je het uiteindelijk niet. Je zult gericht moeten werken: de juiste oefeningen gedurende een bepaalde tijd. Denk bijvoorbeeld aan topsporters. Zij kunnen alleen het hoogste niveau behalen door gedurende een lange periode heel gericht hun sport te beoefenen. Ze kijken telkens gericht waar verbetering te behalen valt en daar trainen ze doelbewust op. Voor topsporters gaat ‘probeer het nog eens’ niet op. Ze moeten het van ‘probeer het eens anders’ hebben. Waarom zeggen wij op school dan zo vaak ‘probeer het nog maar een keer’?
Buiten je comfortzone
Om het eens anders te proberen, zal je uit je comfortzone moeten komen. Je gaat iets doen wat je eerder nog niet deed en meestal is dat wat moeilijker dan je gewend bent. Als je een hardloper bent kun je een mooi doel voor ogen hebben, bijvoorbeeld tien kilometer in vijftig minuten. Als je dat doel vervolgens bereikt hebt, ga je je doel bijstellen en nog iets sneller willen lopen. Je vraagt dan iets anders van je lichaam en treed buiten je comfortzone. Als je dat niet doet, blijf je op die vijftig minuten steken. Maar loop je te hard van stapel? Dan neemt de kans op blessures toe. De kunst is dus om steeds nèt buiten je comfortzone te stappen.
Een andere strategie
In het onderwijs werkt het net zo. En het geldt zowel voor leerlingen als voor leerkrachten. Als je steeds op dezelfde manier lesgeeft en er zijn telkens leerlingen die het niet snappen, dan kun je je afvragen of je het nog een keer moet uitleggen of dat je het misschien anders moet uitleggen. Voor leerlingen geldt hetzelfde. Als de uitkomst van een som niet goed is, schiet het niet op hem nogmaals op dezelfde manier op te lossen. Pas wanneer de leerling een andere strategie uitprobeert, maakt ‘ie kans op het juiste antwoord.
Doelbewust blijven oefenen
In je hersenen worden voortdurend nieuwe verbindingen gemaakt en bestaande verbindingen worden versterkt. Dit gebeurt zodra je nèt buiten je comfortzone stapt en je aan het leren bent. Als een leerling die voldoende oefent niet beter gaat presteren, dan komt dat in veel gevallen doordat hij niet op de juiste manier oefent met de lesstof. Uiteraard gaat niet iedere leerling op hetzelfde niveau presteren. We worden niet allemaal een Epke Zonderland, Einstein of Mozart. Maar: aan welke vaardigheid of uitdaging je ook werkt, je kunt hoe dan ook sneller, handiger en beter worden dan je voorheen was. Zo lang je maar doelbewust blijft oefenen. We zetten nogmaals kort op een rij hoe je dat het beste kunt doen:
- Laat leerlingen ontdekken wat ze leuk vinden;
- Stel duidelijke doelen die goed te overzien zijn;
- Geef de juiste feedback;
- Laat leerlingen nèt buiten hun comfortzone treden.
Kortom: maak van het begrip ‘probeer het eens anders’ een gewoonte en gooi de slogan ‘probeer het nog eens’ eruit.
Hoe spoor jij leerlingen aan om het op een andere manier te proberen wanneer iets niet gelijk lukt? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.