Veel van wat ik schrijf gaat over het recht op goed onderwijs voor ieder kind. Daar sta ik voor. Goed onderwijs begint bij professionele en vitale leraren die leerlingen laten leren en de juiste leerstof aanbieden. Zij dagen kinderen uit om (samen) te leren en te groeien in hun algehele ontwikkeling. Hiervoor moet ook de thuissituatie veilig en fijn zijn. Recent onderzoek toont aan dat hier nog veel te halen valt.
Deze blog is geschreven door Stan Put. Stan is eigenaar van put2gether en senior adviseur bij OnderwijsAdvies.
‘Bij ruim helft gewelddadige gezinnen gaat mishandeling ook na melding door’. Dit was een van de nieuwskoppen naar aanleiding van de berichtgeving van een meerjarig onderzoek door het Verwey-Jonker Instituut. Mijn hart breekt bij het lezen van deze berichten. Mishandeling bij één kind is er, naar mijn mening, al één teveel.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De voorzichtige conclusies van het onderzoek komen erop neer dat de veiligheid in een gezin de verantwoordelijkheid is van iedereen. ‘Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij oog is voor de samenhang tussen de diverse vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld, de aanwezige risicofactoren en de problematiek bij de verschillende gezinsleden. Een casusregievoerder per gezin is nodig om helderheid te verschaffen naar de leden van het gezin’, aldus prof. dr. Majone Steketee, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit.
Niet wegkijken: signaleringsfunctie onderwijs
In het onderwijs hebben wij een signaleringsfunctie. Iedere dag werken we met kinderen en zien wij hoe het met ze gaat. Ook hebben wij contact met hun ouders. Maar zien we voldoende hoe het echt met ze gaat? Hebben we genoeg oog voor eventuele mishandeling? Bagatelliseren we niet te vaak de gezondheid van kinderen of de situatie thuis? Gaan we ‘het’ onderwerp uit de weg tijdens gesprekken met ouders? Hebben we het lef om ‘Veilig Thuis’ in te schakelen bij twijfel? Blijkbaar onvoldoende, als ik de resultaten van het onderzoek lees. Ik voel me hierin zeker aangesproken als onderwijsmens. Ik durf te zeggen dat ik mij kinderen voor de geest kan halen bij wie het achteraf de vraag is of ik, of wij als school, voldoende hebben gedaan om het kind en het gezin te helpen. Hebben we voor de (te) makkelijke weg gekozen? De zorg van ons bord laten halen of laten glijden? Zodat het niet meer van ons was? Het knaagt aan mij en het raakt me als ik erover nadenk en lees dat er nog steeds teveel kinderen, dus gezinnen, niet de juiste hulp krijgen aangeboden.
Ogen niet (meer) sluiten
Eens te meer ben ik mij er bewust van dat we (onderwijs, jeugdzorg, familie, vrienden, enz.) allemaal verantwoordelijk zijn om toe te werken naar géén gevallen van mishandeling meer in ons land. Dat moet toch kunnen? Als we ons allemaal inzetten om te zien, te melden, in gesprek te gaan, de juiste hulpkanalen weten te bereiken, lef hebben en samenwerken. Niet tegen elkaar, maar met elkaar, vanuit één regievoerder. Zonder het woord ‘casus’, want dat woord smaakt in deze context bij mij wat bitter. Een gezin met grote problemen, waaruit mishandeling, pijn en verdriet voortkomen, is geen casus. Dit is een gezin dat gezien moet worden als mensen van vlees en bloed waarbij langdurige, kwalitatief goede begeleiding essentieel is. En, waar altijd in het belang van de kinderen besluiten worden genomen. Kinderen hebben namelijk geen keuze.