Volgens de studie ‘Gelukkig voor de klas?’ van Ria Vogels van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat de meeste leraren positief zijn over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. Ze waarderen hun baan gemiddeld met een 7,2. En slechts 6% geeft de onderwijskwaliteit op de eigen school een onvoldoende. Verder blijkt dat leraren met veel vakkennis geleidelijk uit het onderwijs verdwijnen.
Veertig procent van de 55-plussers heeft een vakinhoudelijke opleiding: universiteit of MO-akte. Deze groep gaat de komende jaren met pensioen. De meerderheid van de jongere leraren heeft een hbo-opleiding gedaan, waarin het minder draait om vakkennis en het vooral gaat om pedagogisch-didactische vaardigheden. Zij vinden talentenontwikkeling bij leerlingen zeer belangrijk, terwijl bij de eerste groep de intellectuele prestaties van de leerlingen voorop staan.
Vogels pleit, gezien het toenemende aantal havo-vwo leerlingen, voor een herwaardering van vakkennis. Staatsecretaris Van Bijsterveldt denkt dat de invoering van de ‘educatieve minor’ kan helpen om meer mensen met een universitaire opleiding voor de klas te krijgen.
Hoe zit het met u? Vakkennis of pedagogisch-didactische vaardigheden?