U kon er deze week niet omheen, en zeker niet als docent: minister Marja van Bijsterveldt is van plan het onderwijs ingrijpend te gaan hervormen. Ze wil weer “terug naar de kern”, door meer de nadruk te leggen op Nederlands, Engels, wiskunde en science (de overige bètavakken). Volgens de minister is de kans dan groter dat jongeren later succesvol zullen zijn.
Van 4 naar 2
De onderwijsstructuur moet minder complex worden en de onderwijstijd moet efficiënter worden ingezet. Naast de focus op de kernvakken, houdt dit in dat het aantal profielen in de bovenbouw havo/vwo verminderd wordt van vier naar twee (alfa en bèta), en dat er een reken- en tussentoets wordt ingevoerd. De tussentijdse toets, die leerlingen moeten maken aan het eind van de onderbouw, heeft als doel de voortgang op de kernvakken in kaart te brengen, zodat docenten eventuele achterstanden tijdig weg kunnen werken. De rekentoets moet plaats gaan vinden aan het eind van de bovenbouw.
Van subtop naar top
De nieuwe maatregelen vormen samen het Actieplan Beter Presteren, dat als doel heeft Nederland in de top vijf van de internationale ranglijst van schoolprestaties (PISA) te krijgen. Op dit moment staat Nederland op de tiende plek bij taalprestaties en op de elfde plek bij bètavakken. Wereldwijd behoort Nederland daarmee tot de subtop (er doen 65 landen mee aan het PISA-onderzoek), maar het is de relatieve positie die Van Bijsterveldt zorgen baart; Nederland verliest terrein aan o.a. Zwitserland, Canada en Japan. Wat vindt u van deze nieuwe voorstellen om Nederland weer in de top te krijgen: een politieke move of een daadwerkelijke verbetering?