In december werd twee keer het woord van het jaar gekozen. Bij de verkiezing van woordenboekenmaker Van Dale won ‘boomer’, het woord voor “een ouder persoon (geboren tussen pakweg 1945 en 1955) met achterhaalde standpunten – dat wil zeggen in de ogen van jongeren.” Vooral de uitspraak ‘Oké, boomer’ was in 2019 populair.
Bij Onze Taal won ‘-schaamte’ de verkiezing. Een opvallende winnaar, omdat het gaat om een woorddeel dat je achter verschillende andere woorden kunt plakken. Dat werd in 2019 vooral gedaan bij woorden die met de klimaatdiscussie te maken hebben, zoals ‘vliegschaamte’, ‘vleesschaamte’ en ‘bezorgschaamte’.
Wat was jullie woord van 2019? ‘Boomer’ of ‘-schaamte’? Of een ander woord uit de top tien: ‘klimaatspijbelaar’, ‘boerenprotest’, ‘stikstofcrisis’, ‘brexitmoe’?