Home » Bèta 2020: de toekomst van het bètaonderwijs

Bèta 2020: de toekomst van het bètaonderwijs

Wat de toekomst ook brengt voor het bètaonderwijs, één ding is zeker: een substantieel deel van de leerlingen zal lesmateriaal tot zich gaan nemen via mobiele apparatuur. Of dat middels tablets is of via nog te ontwikkelen devices is daarbij weinig relevant. Wat wel belangrijk is, is dat er aan de aanbodzijde veel zal moeten veranderen.

 

Opmars ontwikkeling lesmateriaal
De Gemeenschappelijke Educatieve Uitgevers (GEU) verzorgen op dit moment zo’n negentig procent van het totale lesmateriaal, maar andersoortige leveranciers zijn in opmars: zo hebben verschillende vernieuwingscommissies -die van scheikunde is erg actief- curriculum dekkende leerlijnen gerealiseerd die in Pdf-formaat te downloaden zijn. Maar ook softwarebedrijven rukken op. Zo heeft Apple een auteursprogramma ontwikkeld waarmee het eenvoudig is om een E-book te maken dat makkelijk kan worden verrijkt met filmpjes, animaties en spelletjes. En ook zijn er al duizenden apps die binnen het bètaonderwijs inzetbaar zijn. Waarom zouden leerlingen nog schakelingen in een practicumlokaal bouwen als ze dat met behulp van Yenka eenvoudig digitaal kunnen doen?

 

Bèta en bedrijfsleven
De digitalisering zal niet de enige ‘redding’ zijn van het bètaonderwijs. Het is een feit dat men in de technische sector tekorten op de arbeidsmarkt voorziet. Om die reden richt het bedrijfsleven zich steeds meer op ‘potentiële’ arbeidskrachten. Zo gingen, een jaar of tien geleden, vijf bedrijven een samenwerkingsverband aan om diensten aan de bieden aan bovenbouw havo en vwo: JetNet was geboren. Inmiddels telt JetNet zo’n negentig bedrijven die op scholen in heel Nederland actief betrokken zijn bij de educatie. Leerlingen ervaren het directe contact met deze bedrijven als prikkelend.

 

Ook werd -om het bètaonderwijs leuker, interessanter en prikkelender te maken- in 2004 het technasium gelanceerd. Hier speelt het (regionale) bedrijfsleven een belangrijke rol. Maar de belangrijkste initiator van toenemende interesse in bèta is het Platform Bèta Techniek: het aantal leerlingen met een bètaprofiel is in de afgelopen tien jaar dan ook al fors toegenomen.

 

Educatieve uitgever en bedrijfsleven
Naar verwachting zal de samenwerking met bedrijven blijven toenemen de komende jaren. Ook de GEU kan niet meer om het bedrijfsleven heen als het gaat om methodeontwikkeling. Via lesmethoden kan het bedrijfsleven eenvoudig geïntegreerd worden in de dagelijkse lespraktijk. Voor uitgevers is een dergelijke samenwerking erg interessant, omdat bedrijven vaak over interessante content beschikken. Daarmee kunnen bijvoorbeeld interactieve lessen of spelletjes ontwikkeld worden die aansluiten bij de lesmethoden.

 

Het bètaonderwijs zal in 2020 naar verwachting een stuk uitdagender zijn dan dat nu het geval is. Maar ik twijfel of het herzien van het curriculum daar daadwerkelijk aan bijdraagt. Naar mijn mening zou de overheid op één gebied wel aan een toename van ‘science literacy’ kunnen werken: introduceer een doorlopende leerlijn natuurwetenschappen, beginnende aan de zandtafel op de kleuterschool. Het beslechten van de kloof tussen het primair- en het voortgezet onderwijs zal de eerste stap in de goede richting zijn. Maar of dit ooit gebeurt is voor mij vooralsnog een vraag…

 

Wat vindt u? Hoe ziet de toekomst van het bètaonderwijs eruit?

 

Eugene Wijnhoven – Uitgever natuur- en scheikunde

Laatste onderwijsnieuws

Omslagen boekentips Engels november

Boekentips Engels november

Deze maand staan de boekentips in het teken van de Eerste Wereldoorlog. Naast twee boekentips dit keer ook een dichtbundel.

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.