Als er wordt gesproken over het onderwijs van morgen dan kun je niet meer om elektronische snufjes heen. Althans, volgens websites en publicaties die over het onderwijs gaan. Het twitteren is niet van de lucht en sociale media zijn de nieuwe heilige graal. Je loopt achter als je je niet conformeert aan deze nieuwe religie. ‘Je vergeet de leerlingen’, hoor ik visionairs weleens zeggen. Maar hoe je het ook wendt of keert: voor leerlingen is school een noodzakelijk kwaad.
Strooigoed
Leerlingen – én docenten – zien door de bomen het bos niet meer. Er is zo ontzettend veel ‘leuke’ informatie voor handen dat je niet meer weet waar je moet beginnen. Hoe behoud je de aandacht voor jouw interessegebieden in die brij van jolijt? Hoe kun je leerlingen laten ontdekken dat bètaonderwijs hartstikke leuk is, zonder hen zaken op te dringen? Speciale projecten kunnen soelaas bieden, maar er zijn eenvoudigere en efficiëntere manieren: breng bijvoorbeeld wat strooigoed in uw leslokaal.
Knagende vragen
Mijn oudste zoon zit in 5 vwo, profiel economie en maatschappij. In de derde klas was zijn laagste cijfer voor de bètavakken een zeven. Waarom koos hij dan niet voor een natuurprofiel? Ik kon praten als Brugman, maar uiteindelijk ging hij toch zijn eigen weg.
Vorig jaar bood Malmberg de lezers van haar elektronische nieuwsbrieven het boek ‘Knagende Vragen’ aan. Auteur Bram Vermeer bespreekt in dit boek allerlei alledaagse verschijnselen. Op de omslag staan vragen als ‘Waarom is snot lekker?’ en ‘Waarom kun je jezelf niet kietelen?’. Dat boek heeft enkele dagen thuis op de salontafel gelegen. Voordat mijn kinderen ’s-ochtends naar school moesten vochten ze erom. Een dertien- en een zestienjarige die vechten om een boek over natuurwetenschappelijke zaken… Toen zag ik het licht.
Ideale bronnen, ook in de klas
Sinds het effect van ‘Knagende Vragen’ zorg ik altijd voor strooigoed in huis. De jongste aanwinst is het (gratis) eerste deel van ‘Wetenschap – de grote ontdekkingen’, uitgegeven door de Volkskrant. Op de meest onverwachte momenten pakken mijn jongens dit zeer toegankelijke werkje en lezen ze over sterrenobservaties, het wiel en over (al)chemie. Bètawetenschappen interesseert hen ineens bovenmatig.
Waarom introduceren we geen strooigoed in de klas? Bij fysiek strooigoed, zoals een boek, vind ik de toegankelijkheid groter dan bij bijvoorbeeld een tablet. Even ongestoord bladeren, gewoon omdat het er ligt. Toch kan het geen kwaad om een selectie YouTube-filmpjes te plaatsen bij ieder hoofdstuk dat u behandelt. Laat uw leerlingen maar lekker struinen.
Mijn oudste zoon heeft zijn hart gevolgd en economie en maatschappij gekozen, maar regelmatig komt hij uit de bibliotheek met een boek over natuurwetenschappen. In tegenstelling tot de dwang van lesmethoden bepaalt hij zélf waar hij meer over wil leren. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat strooigoed de perceptie dat bèta saai en moeilijk is, in enige mate kan bijstellen
Maakt u weleens gebruik van strooigoed in de klas?