DEZE WEEK: Jelte Posthumus, docent geschiedenis en columnist voor Leeuwarder Courant.
Ze zei dat ze zich vroeger wel eens buitengesloten had gevoeld, omdat ze niet bij de groep hoorde. Maar nu was het goed. De vriendinnen hadden de kwestie uitgesproken in een groepsgesprek, zei ze.
Een gezellig beeld nestelde zich in mijn hoofd, van jonge dames tussen stapels kussens en meisjesbladen, elk een flinke mok thee omklemd, snoepend van de schaal zelfgebakken koekjes en dan bijpraten en giechelen. Maar toen, als een flits, wiste de echo van haar laatste woord het knusse beeld in mijn hoofd. Oh, natuurlijk, een groépsgesprek.
WhatsApp is een tweede realiteit, parallel aan die van opstaan, naar school fietsen, lessen volgen, naar huis gaan en slapen gaan. Soms zelfs heeft een hele klas een groepsgesprek. Dat kan handig zijn als er een les uitvalt, maar de druk die het tegelijk oplevert moet gigantisch zijn. Altijd maar spitsvondig uit de hoek komen is een hele opgave. En je mag niets missen. Ik las dat pubers soms wel 600 berichten per dag binnenkrijgen. Zoveel persoonlijke berichten ontving men kortgeleden niet eens in een mensenleven.