Een gemene opmerking of een nare grap: erg sociaal is het niet. En kreeg je vroeger als docent mee wat leerlingen doen, tegenwoordig is dat een stuk lastiger. Een groot deel van het sociale leven van de leerling speelt zich namelijk af online. De vraag is dus: Hoe maak je leerlingen sociaal vaardig op internet?
Cyberpesten: digitaal pesten via sociale media als Facebook, YouTube, Instagram of SnapChat. Er is een stroom aan berichten waarin leerlingen elkaar of de docent voor schut zetten. Een kenmerk van cyberpesten is dat de dader het slachtoffer wil kwetsen of schade wil toebrengen. Hoewel dat in sommige gevallen zeker zo is, zijn er evenveel situaties waarin leerlingen weinig besef hebben van de impact van hun posts. De bedoelingen van een simpele like zijn niet in alle gevallen kwaadaardig. De aanleiding van digitaal pesten is soms puur een gebrek aan mediawijsheid. Mediawijsheid.nl noemt het netiquette: ongeschreven regels over hoe je je online moet gedragen. Mediawijze kinderen gebruiken volgens dit platform internet om zichzelf te ontwikken en vermaken, zonder daarbij een ander te schaden.
Digitale sociale vaardigheden
Bij digitale vaardigheden gaat het vaak over de mate waarin jongeren digitale informatie kunnen beoordelen. Uit de Monitor Jeugd en Media 2017 blijkt dat jongeren minder digitaal vaardig zijn dan ze zelf denken. Hoewel hier nog geen specifiek onderzoek naar is gedaan, blijkt in de praktijk dat ook op het gebied van sociaal gedrag jongeren niet altijd goed kunnen beoordelen wat wel en niet kan. Ook hun sociale digitale vaardigheden zijn daarmee minder sterk dan ze zelf denken. Scholen doen er goed prioriteit te geven aan digitale informatievaardigheden, aldus de conclusie van de Monitor.
Gesprek in de klas
Tijd dus voor een lesje online omgangsvormen. Wat is sociaal aanvaardbaar gedrag online? Ga met leerlingen in discussie en laat ze actief nadenken over hun eigen onlinegedrag. Vertaal online- naar offlinesituaties. Wat zijn de verschillen tussen on- en offline? Maak ook het gevolg van digitaal ‘meelachen’ duidelijk. Wat op het schoolplein vroeger meelachen was, is nu liken en delen. Vragen om een gesprek op gang te brengen:
- Wie bepaalt wat er over een ander online mag worden gezet?
- Wat deel je en wat deel je niet? Waarom niet?
- Mag je ongevraagd foto’s van anderen op Facebook of Instagram zetten?
- Hoe kun je online reageren op een bericht?
Of: werk met stellingen. Mediawijzer, het expertisecentrum op het gebied van mediawijsheid, formuleerde de volgende stellingen om voor te leggen aan de klas:
- Ik tel tot tien voor ik reageer op sociale media
- Iedereen mag ongevraagd foto’s en filmpjes van mij op Instagram plaatsen
- Als ik denk dat een berichtje niet klopt, check ik het voordat ik het deel of erop reageer
- Als ik een kwetsend filmpje doorstuur, ben ik medeverantwoordelijk voor de gevolgen
Lessen online omgangsvormen
Er is divers lesmateriaal beschikbaar dat deze onderwerpen bespreekbaar maakt. De les WhatsHappy, voor de bovenbouw van de basisschool, stelt fatsoenlijke online omgangsvormen aan de orde. Leuk voor het voortgezet onderwijs: Wat zou jij wel en niet toestaan als moderator van een online platform? Laat het je leerlingen testen met deze test van de NOS. De les Instagrap is specifiek gericht op sociaal gedrag op Instagram.
Behalve losse lessen zijn er ook methodes, bijvoorbeeld sociaal online/offline waarin leerlingen leren hoe ze zich ook online sociaal gedragen. Wil je de discussie aanzwengelen met behulp van een film: It’s up to you is een interactieve film waarmee jongeren direct zien wat de gevolgen zijn van de online keuzes die ze maken. Ook worden leerlingen zo geconfronteerd met hun rol in het groepsproces.
Digitaal fatsoen in de klas en daarbuiten, hoe maak jij het bespreekbaar? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.