Heb je weleens gedacht aan differentiëren met klasopstellingen? Een juiste opstelling komt de motivatie en de leeropbrengst van leerlingen ten goede, maar eerlijk is eerlijk: ieder voordeel heeft zijn nadeel. Daarover lees je meer in dit artikel.
De optimale klasopstelling hangt nauw samen met het les- en leerdoel. Heeft je klas een toets? Mag er in het kader van een project veel onderling overlegd worden? Of verlang je een betere concentratie van je leerlingen? Voor al deze verschillende situaties is een bevorderende klasopstelling te bedenken. Hieronder volgen drie voorbeelden van verschillende lessituaties, de daarbij horende meest ideale klasopstellingen en de voor- en nadelen ervan.
De busopstelling
Oftewel de welbekende rijtjes. Deze klassieke drie-rijen-opstelling leent zich uitstekend voor differentiatie. Je start de les met het doornemen van het lesdoel. Daarna verdeel je de klas in drie groepen. Groep één gaat aan de slag zonder instructie, groep twee met instructie en groep drie met een verlengde instructie. Leerlingen kiezen zelf in welke rij ze plaatsnemen. Na de instructies loopt de docent rond om vragen te beantwoorden en de voortgang van de leerling in de gaten te houden.
Voordelen: de leerling bepaalt zelf hoe hij de lesstof verwerkt en de opdrachten maakt. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces.
Nadelen: De leerlingen achterin de klas ontsnappen gemakkelijker aan je aandacht, omdat ze letterlijk verder van je af staan.
De U-vorm
Dit wordt ook wel de ringenopstelling genoemd. Het is een klasopstelling die uitnodigt tot meer interactie en discussie, omdat leerlingen in twee ringen (U-vormen) achter elkaar zitten. Aan de buitenste ring zitten leerlingen die meer zelfstandig aan de slag gaan en de binnenste ring is voor diegenen die behoefte hebben aan instructie en begeleiding.
Voordelen: Je maakt makkelijk contact met iedere leerling en het bevordert de onderlinge interactie. Een leerling die in de binnenste ring zit, weet dat van hem een actieve houding wordt verwacht. En een prettig bijkomend voordeel is dat je niet vóór de klas, maar ín de klas staat.
Nadelen: Minder geschikt voor grote klassen en frontaal onderwijs. De leerlingen aan de zijkanten kunnen het bord niet goed zien.
De groepjes
Sommige docenten geven de voorkeur aan het werken met groepjes. Daarbij kun je kiezen voor heterogene of homogene groepen. Uit onderzoek blijkt dat alle leerlingen – behalve hoogbegaafden – het meeste baat hebben bij het werken in heterogene groepen. Hierdoor kunnen leerlingen gebruikmaken van elkaars verschillen, elkaar aanvullen en daardoor leren samenwerken. Hoe kleiner de heterogene groep, hoe groter het effect.
Voordelen: Groepjes bevorderen het samenwerkingsproces en de kennisdeling. Daarnaast voelen leerlingen zich veilig in een groepje. Voor de docent zijn de leerlingen gemakkelijk bereikbaar.
Nadelen: Wanneer je zo dicht bij elkaar zit, is de verleiding groot om met elkaar te gaan kletsen in plaats van te samenwerken.
Meer weten?
Behoefte aan meer inspiratie? Kijk dan eens op deze Pinterest-pagina waar veel ideeën worden gevisualiseerd. Maar voordat je begint te schuiven met stoelen en tafels, is het goed om deze klasopstelling-checklist te raadplegen. Wil je meer informatie over differentiëren in het algemeen? Lees dan ook het eerder verschenen artikel Differentiëren is te leren, waarin we je vier tips geven hoe een begin te maken met differentiëren.