Er zijn verschillende definities van formatief toetsen en het wordt op evenzovele verschillende manieren en doelen ingezet. Afhankelijk van de gebruikte methode heeft het effect op leeropbrengsten, schrijfvaardigheid, de motivatie, de houding en/of het zelfregulerend vermogen van studenten.
Dit antwoord is tot stand gekomen met dank aan Gerda Geerdink (kennismakelaar Kennisrotonde). Dit artikel is overgenomen van de Kennisrotonde: het online loket voor de beantwoording van actuele kennisvragen uit en over het onderwijs.
Formatief toetsen is het meest effectief voor het leerproces als docenten een formatieve toetscyclus van vijf fases geheel en vaker doorlopen. De fases zijn: doelen verhelderen, studentreacties ontlokken, studentreacties analyseren en interpreteren, met studenten communiceren over resultaten en tot slot vervolgactiviteiten ondernemen. Er is geen onderzoek met uitspraken over efficiënt (dat wil zeggen met minimale inzet door de docent) formatief beoordelen.
Positief effect op leerproces
Er wordt onderscheid gemaakt tussen formatief en summatief toetsen. Summatief toetsen – meestal als afronding van een leerproces – meet wat een student heeft geleerd. Formatief toetsen wordt gebruikt om te bepalen 1) waar studenten staan in hun leren, 2) waar ze naar toe moeten en 3) hoe ze daar het beste naar toe kunnen werken. Formatief toetsen kan continu en op verschillende manieren plaatsvinden tijdens het leren. Er is daarbij altijd sprake van interactie tussen docent en student. Docenten kunnen op de fases in het leerproces reageren met 1) feedback, 2) feedup en 3) feedforward. Formatief toetsen lijkt een positief effect te hebben op het leerproces.
Effectief formatief toetsen
De opbrengsten van formatief toetsen zijn bijna altijd afhankelijk van de vakinhoudelijke en -didactische kwaliteiten van de docenten, de kennis die zij hebben over domein specifieke leerproblemen bij studenten en hun toetsdeskundigheid. Daarnaast is het belangrijk dat docenten een onderzoekende houding hebben en er binnen de school waar ze werken aandacht is voor professionalisering.
Formatief toetsen is het meest effectief als docenten een cyclus met de volgende vijf fases in zijn geheel en vaker doorlopen:
- Doelen verhelderen. Belangrijk is dat doelen beschreven zijn in ‘wat studenten moeten kennen of kunnen’ en niet in ‘wat studenten moeten doen’.
- Studentreacties ontlokken. De docent ontlokt reacties door voortdurend met de student in gesprek te gaan over de opdracht en de wijze waarop de student aan het werk is.
- Studentreacties analyseren en interpreteren. De docent bestudeert het werk van de student om meer informatie te krijgen over bijvoorbeeld misconcepties die er zijn bij de student of over onderdelen die de student nog niet heeft begrepen. Juist dit vraagt van docenten veel vakkennis en inzicht in de leerdoelen en de kennisontwikkeling in het vakgebied.
- Met studenten communiceren over resultaten. Docenten geven gerichte en adequate feedback. Ook daarvoor is vakkennis nodig en zicht op de kennisontwikkeling binnen het leergebied.
- Vervolgactiviteiten ondernemen. Dit betekent bijvoorbeeld de instructie aanpassen en/of studenten op een andere manier stimuleren. Input hiervoor wordt geleverd door de opbrengsten van de eerste vier stappen met elkaar in verband te brengen. Voor docenten lijkt dit de moeilijkste fase van de formatieve toetscyclus. Het is lastig om zomaar anders te handelen dan gewend.
Meer zelfregulatie en enthousiasme
Voor docenten is het belangrijk dat zij steeds opnieuw vaststellen en bespreken: waar studenten zijn in hun leerproces, waar ze naar toe moeten/willen en hoe ze daar kunnen komen. Docenten die deze cyclus goed en vaker doorlopen bereiken meer met formatief toetsen.
Deze manier van formatief evalueren kan bij studenten leiden tot kennisontwikkeling, beter schrijven, meer motivatie en een betere studiehouding. Bovendien kan deze leiden tot verbetering van het leerproces zoals meer zelfregulatie, en tot meer enthousiasme bij studenten en daardoor een betere sfeer in de klas.
Efficiënt formatief toetsen
Efficiënt zien we hier als ‘met minimale inzet door de docent’, impliciet gekoppeld aan optimale opbrengst voor de student. Er is geen onderzoek gevonden over de samenhang tussen de inzet in tijd van docenten en effectiviteit van formatief te toetsen.
Meer weten?
Lees het volledige rapport opgesteld als antwoord op deze vraag, inclusief geraadpleegde bronnen. Judith Gulikers en Liesbeth Baartman (2017) deden onderzoek en schreven een bruikbaar handvat voor de praktijk: Doelgericht professionaliseren: formatieve toetspraktijken met effect! Wat DOET de docent in de klas? Voor Didactief schreven Gulikers en Baartman daarover een praktische bijdrage: Doorpakken met formatief toetsen. Kim Schildkamp e.a. (2014) schreven een praktische review: Voorwaarden voor effectieve formatieve toetsing.
Wat zou jij graag te weten willen komen over formatief toetsen? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.