Als leraar wil je graag dat leerlingen betrokken zijn bij de les. Je wil ze motiveren om met de lesstof aan de slag te gaan. Dat kan onder meer met behulp van activerende werkvormen. In dit artikel geven we je vier praktijkvoorbeelden die je kunt inzetten in het vo en mbo.
Actief onderwijs leidt niet alleen tot een prettige les, maar ook tot effectief leren. Kennis blijft beter beklijven wanneer leerlingen actief betrokken zijn. Je kunt activerende werkvormen ook gebruiken om te differentiëren. Elke leerlingen kan zo op zijn eigen niveau en tempo werken.
De voorbereiding
Voordat je een werkvorm kiest, is het van belang dat je weet hoe je groep eruitziet. Voor sommige werkvormen is het handig om te werken met kleine groepen. Ook belangrijk is het doel van de werkvorm: wil je de lesstof op een boeiende manier presenteren? Of wil je juist dat de leerlingen de theorie leren koppelen aan de praktijk? Het moment van de dag is ook bepalend voor je keuze: kies na de lunch bijvoorbeeld een werkvorm waarbij leerlingen actief bezig moeten zijn. Zo verhoog je hun energieniveau.
Tot slot is het nuttig om je eigen vaardigheden als docent in te schatten. Werk je liever met een werkvorm die altijd lukt? Of vind je het leuker om aan de slag te gaan met creatieve werkvormen, waarbij de uitkomst moeilijk te voorspellen is?
Aan de slag
Aan de hand van de voorbereidingsvragen hierboven kies je een geschikte werkvorm. Past de werkvorm van jouw keuze toch niet helemaal? Vaak kun je werkvormen wel wat aanpassen, zodat ze helemaal naar jouw zin zijn. Hieronder vind je enkele actieve werkvormen waarmee je meteen aan de slag kunt.
1: Foto’s op het digibord
Voordat leerlingen de klas binnenkomen, toon je een of meer foto’s die in verband staan met het doel of het onderwerp van de les. De leerlingen zullen zich bij binnenkomst direct afvragen wat de foto’s betekenen en wat het verband is met de les.
2: Zoek de fout
De leraar geeft een tekst met daarin diverse fouten. Doceer je een taal? Zorg dan voor tekstuele fouten in je tekst. Ben je leraar aardrijkskunde of wiskunde? Geef dan een tekst met verkeerde conclusies of foute formules. De leerlingen moeten in onderling overleg de fouten eruit zien te halen en de tekst verbeteren.
3: Leerling als leraar
Geef leerlingen in de volgende les de opdracht om de rol van de leraar over te nemen: ze moeten klassikale uitleg geven aan de rest van de klas. Deze uitleg vervangt die van de leraar. Dat zorgt ervoor dat de leerling zich goed voorbereidt en dat de andere leerlingen goed luisteren naar de uitleg. Is de uitleg kwalitatief onder de maat? Dan kan de leraar in de nabespreking eventueel nog wat aanvullen.
4: Maak een spel
Met behulp van een spel gaan leerlingen spelenderwijs aan de slag met de lesstof. Je kunt bijvoorbeeld memorie maken met begrippen en omschrijvingen, tegenstellingen of woorden in verschillende talen. In dit OVM-artikel lees je meer over hoe je games kunt inzetten in de klas.
Verder lezen?
Wil je meer lezen over activerende werkvormen? Hier vind je meer activerende werkvormen. Het boek Het gaat steeds beter geeft ook veel activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. In dit OVM-artikel lees je tot slot meer over activerende werkvormen en 21e-eeuwse vaardigheden.
Maak jij in de klas gebruik van activerende werkvormen? Hoe doe je dat? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.