De afgelopen twee jaar zijn scholen geconfronteerd met wisselende coronaprotocollen. Wat deed dit met het werkgeluk van leerkrachten en schoolleiders? Paul Baan van Klassewerkplek praat hierover met Judith Sliedregt. Hoe organiseerde zij het werkgeluk voor haar leerkrachten en welk advies heeft zij voor de overheid, mocht het ooit nog eens gebeuren?
Judith Sliedregt is schoolleider van Educatief Cluster Well-Wellerlooi in Limburg. De twee scholen in dit cluster, de Catharinaschool en de Vitusschool, werden dit jaar Klassewerkplek. Dat bewijst dat het fijne plek is om te werken volgens de leerkrachten. Daarnaast is Judith voorzitter van de ledenraad van de AVS, de Algemene Vereniging van Schoolleiders.
Judith, hoe heb jij in de afgelopen periode het werkgeluk van leerkrachten geprobeerd zo hoog mogelijk te houden binnen de voorgeschreven protocollen?
‘Als schoolleider wilde ik vooral dienend zijn voor mijn mensen. Ik vond het belangrijk dat het leerproces gewoon doorging. Ook in coronatijd. Dus wat ik kon doen, is zorgen dat de leerkrachten op afstand hun werk konden uitvoeren. Daarin liet ik de keuze voor de werkplek aan hen: thuiswerken of in hun eigen lokaal op school. Net waar ze zich prettig bij voelden.
Ook de teamvergaderingen deden we digitaal. Een keer betrapte ik de leerkrachten, tijdens een pauze in de hal waar ze gezamenlijk – op ruime afstand, dat wel – pauzeerden. Ze keken verschrikt naar mij, maar ik gaf ze geen ongelijk. Zolang iedereen zich er maar goed bij voelde. En als iemand zich niet 100% voelde, mocht hij of zij niet naar school komen. Uiteindelijk hebben we het goed gedaan: we hebben geen coronagevallen gehad door interne besmettingen.
Het werkgeluk beïnvloedde ik dus door mensen zoveel mogelijk zelf te laten kiezen waar ze wilden te werken. Gelukkig bood het digitaal werken daarvoor veel mogelijkheden.’
Hoe was het voor jou als schoolleider? Soms leek er verwarring te bestaan over wat op welk moment de protocollen waren. Heb jij dat ook zo ervaren?
‘Nee, de informatievoorziening vanuit de overheid en de bonden vond ik heel duidelijk. De protocollen waren voor mij prettig om discussie met derden, zoals ouders, te voorkomen. Ook over de ondersteuning van de GGD Onderwijs telefoonlijn was iedereen zeer te spreken in de regio Noord-Limburg.
Het zware was vooral de combinatie van het ondersteunen van de leerkrachten, het regelen van de noodopvang, het ondersteunen van gezinnen in crisis en telefoontjes van ouders beantwoorden. Dat alles naast de reguliere werkzaamheden die ook gewoon doorgingen.’
Hoe hebben jullie dat aangepakt?
‘Ik wilde dat de leerkrachten zich konden richten op het digitaal lesgeven. We hebben de noodopvang van de twee scholen geclusterd op een locatie. Daar ondersteunden studenten en vrijwilligers, onder leiding van de onderwijsassistent, de kinderen. We hebben hier de leerkrachten bewust niet mee belast. Zij hadden hun handen al vol aan het digitaal lesgeven.
Daarnaast hadden we zorgen over gezinnen die het niet aankonden en over kinderen die achterstanden opliepen. Daarom hebben we de noodopvang uitgebreid met crisisopvang. Dankzij onze aanpak hebben we het, qua menskracht, gered om in beide te voorzien én ook nog de kinderen thuis les te geven. Dat alles bij elkaar organiseren, naast je gewone werk, kostte veel energie.’
Wat zou jij de overheid adviseren als een dergelijke situatie zich ooit weer voordoet?
‘Laat het primair onderwijs nooit meer de noodopvang regelen! Leg dit bij de kinderopvang neer. Die moest dicht en daardoor zaten pedagogische medewerkers thuis, terwijl wij mankracht tekort kwamen.’
Welke positieve ervaringen of lessen neem je mee uit de afgelopen periode?
‘Het heeft ons als team meer verbonden om samen zo’n crisis te doorstaan. Het is prachtig hoe men alles heeft opgepakt binnen de mogelijkheden en van elkaar heeft geleerd. Wij hebben gemeten na de lockdown en daar kwam uit dat we gewoon nog op niveau zaten. Daar waren we wel apetrots op.
Daarnaast gingen we op sommige punten ineens met zevenmijlslaarzen door ons jaarplan. We dachten bijvoorbeeld al een tijd na over een nieuwe rekenmethode en in hoeverre we die moesten digitaliseren. Binnen twee maanden waren al onze onderzoeksvragen over dit onderwerp beantwoord, omdat we al volledig digitaal aan het werk waren en de resultaten in de praktijk zagen.’
WAT IS KLASSEWERKPLEK?
Klassewerkplek is een onderzoek dat wil bijdragen aan een oplossing voor het lerarentekort, door voorbeeldscholen aan te dragen waar het voor leerkrachten ideaal is om te werken. Op die scholen zou de uitstroom van leerkrachten minimaal moeten zijn. De belofte van Klassewerkplek is om deze scholen te ondersteunen met de werving, mochten ze toch vacatures hebben. En wat blijkt: Klassewerkplekken hebben niet tot nauwelijks vacatures. Zijn zij immuun voor de problemen van het lerarentekort? Wellicht. In ieder geval past het goed bij de slogan van Klassewerkplek. Want een Klassewerkplek, dat is een school waar leerlingen overgaan, en leerkrachten blijven zitten. Je kunt je school nu aanmelden voor het onderzoek van 2022.
Hoe kijk jij aan tegen de coronaperiode? Hadden de protocollen invloed op jouw werkgeluk? Deel je ervaringen met ons via onderstaand reactieformulier.