Tijdens de geluksmaand zet Onderwijs van Morgen de schijnwerpers op het belang van geluk in de klas. Daarbij hebben we óók aandacht voor leerlingen die zich niet gelukkig voelen. Maar liefst 1 op de 8 leerlingen voelt zich regelmatig somber. Als deze stemming langer aanhoudt, dan kunnen leerlingen zelfs depressief raken. Jij kunt als leraar hierin een belangrijke signalerende rol spelen en misschien schade voorkomen. Op welke signalen kun je letten? En wat kun je zelf doen?
Symptomen herkennen
Het herkennen van een depressie is ingewikkeld doordat er verschillende symptomen zijn. Veelvoorkomende symptomen, zoals nergens zin in hebben en veranderde eetlust, zullen voor de meeste leraren bekend zijn. Valt het je op dat die ene leerling zo lang over de tekst lezen doet? Of heeft de leerling weer dat boekverslag niet ingeleverd? Maak dan een praatje om meer te weten te komen waarom het zoveel moeite kost.
Een depressieve leerling kan bijvoorbeeld last hebben van een laag zelfbeeld. Dit uit zich in veel zelfkritiek en andere negatieve gedachten. Het kan ook zijn dat een depressieve leerling het juist niet wil laten merken. Hierdoor gaat de leerling bewust de confrontatie aan met jou en andere klasgenoten. Denk aan brutaal en opstandig gedrag of nergens zin in hebben en de grenzen opzoeken.
De meest voorkomende gedragingen
Om je te helpen bij het herkennen van symptomen en gedrag, zetten we een aantal voor je op een rijtje:
Sociale interactie en gedrag in de klas
Het valt je op dat een leerling stiller en meer teruggetrokken is dan anders. De vaste vriendengroep loopt de klas uit zonder deze leerling. De leerling zit opvallend vaak alleen en probeert sociale interactie in de klas te vermijden.
Andere schoolresultaten
Het leren van de toets is iets waar sombere of depressieve leerlingen, door de hoeveelheid stof, vaak niet meer aan toekomen. Na de eerste onvoldoende raakt de leerling zo in een negatieve spiraal. Een laag zelfbeeld, bevestigd door negatieve schoolresultaten of minder hechte vriendschappen en weinig ontspanning maken de vicieuze cirkel van somberheid steeds groter.
De leerling klaagt veel over lichamelijke klachten
Vaak heeft een depressieve leerling ook last van lichamelijke klachten, zoals buik- en hoofdpijn, vermoeidheid of een algeheel grieperig gevoel, zoals het koud hebben of misselijk zijn.
Futloosheid en concentratieproblemen
Daarnaast kan de leerling zich futloos voelen of geen energie hebben. Een depressie heeft effect op de werking van de hersenen. Concentreren wordt lastiger, stukken tekst doorlezen en opslaan, het gaat allemaal langzamer.
Een andere leerstrategie lukt niet
Daarbij lukt het een depressieve leerling niet om een andere leerstrategie toe te passen. Het gevolg is vaak dat de leerling of nog harder gaat leren of juist opgeeft.
Verandering in zelfbeeld en gedrag
Als een leerling al langer een negatief zelfbeeld heeft en onzeker is, blijf dan observeren. In de puberteit en onder invloed van hormonen kan iemands gedrag veranderen en dit kan zich ontwikkelen tot een depressie.
Wat kun je als leraar doen bij depressiviteit?
Als leraar kun je depressiviteit niet voorkomen of genezen. Daarvoor is echt professionele hulp nodig via de huisarts of de GGZ. Naast observeren en signaleren kun je wel interventies in je lessen en klas uitzetten, om een sombere leerling een zo veilig én gezond mogelijke (leer)omgeving te bieden.
1. Zorg voor een veilige leeromgeving
Het is belangrijk dat je klas een veilige leeromgeving is. Een omgeving waarin een leerling, die de taak niet af heeft, de ruimte en tijd krijgt om hulp en begeleiding aan jou te vragen. Waar klasgenoten, die elkaar willen helpen, iemand aanspreken op het gedrag en niet op de persoon.
Je kunt een veilige leeromgeving met de klas neerzetten door bijvoorbeeld veel complimenten te geven en open vragen te stellen en door mensen aan te spreken op hun gedrag. Zo maak je het verschil voor de leerling die zich somber voelt en alles in grijstinten ziet. Zeker als het lukt om extra aandacht te geven aan het creëren van een positieve mindset bij die onzekere of negatief ingestelde leerling.
2. Bied voldoende beweging aan
Het is belangrijk om minimaal een half uur per dag te bewegen, het liefst in de de buitenlucht en de natuur. Wandelen in de natuur is een milde vorm van fysiek bezig zijn en een waardevolle steun in de rug. Zeker in combinatie met een wandelmaatje. Wil je het gesprek op gang brengen? Draag dan enkele gespreksvragen aan tijdens de wandeling.
Plan het wandelen zowel tussen de lessen door als gedurende de dag. Het helpt om van sombere gevoelens af te komen. Veel mensen met een depressie ervaren een gevoel van rusteloosheid en opgejaagdheid. Wandelen zorgt voor ritme en harmonie.
3. Stimuleer het aangaan en onderhouden van sociale contacten
Als je je ongelukkig voelt, kun je ook denken dat je niet de moeite waard bent voor anderen. Deze gedachten en het overprikkelde brein zorgen ervoor dat veel depressieve mensen sociale contacten laten verwateren. Het kost moeite om te blijven afspreken of om mensen daadwerkelijk te ontmoeten. Toch is sociaal contact erg belangrijk.
De meeste mensen willen graag deel uitmaken van een groep. Geef daarom regelmatig samenwerkingsopdrachten in de groep, zodat de leerling wel met anderen blijft praten en samenwerken. Ook kun je een buddy instellen. Laat leerlingen in (vaste) tweetallen werken aan leerstof en elkaar helpen. Zo verlaag je de drempel om sociale contacten aan te blijven gaan.
4. Help om de leerstof in kleine taken op te delen
Geef liever twee deeltoetsen dan één lange en uitgebreide toets. Kijk welke stof de leerling kan compacten (het overslaan van overbodige herhalings- en oefenstof), en doe dit vooral in samenspraak met de intern begeleider. Houd ook rekening met de lage en beperkte aandachtsspanne bij depressieve leerlingen. Dit zal weer verbeteren als de leerling herstelt van de depressie, maar vaak blijft een korter en slechter (werk)geheugen nog even voortduren.
5. Schakel met ouders en hulpverleners: werk aan dezelfde doelen
Het kan zijn dat een behandelaar doelen stelt zoals: spreek wekelijks met twee leeftijdsgenoten af. Of werken aan het zelfbeeld door in een dankbaarheidsdagboek positieve punten op te schrijven. Dit laatste moet iedere dag gebeuren om voor een groter positief effect te zorgen. Geef als leraar tijd en ruimte om op school aan dezelfde doelen te werken. Zo krijgen de doelen en uitwerking dubbel zoveel kracht!
6. Geef rustmomenten
Het brein van een depressieve leerling werkt anders. Momenten van inspanning afwisselen met rustmomenten helpt hierbij: na een intensieve rekenles dus in een boekje lezen, tekenen of juist voor het huisdier van de klas zorgen. Kies iets dat bij deze leerling en zijn of haar interesses hoort. Stimuleer ook het blijven doen van activiteiten die de leerling voorheen wél als leuk en zinvol ervaarde.
7. Schakel hulp in!
Heeft de leerling last van gedachten over de dood en zelfmoord? Schakel dan direct de intern begeleider in!
Je staat er niet alleen voor
Het begeleiden van depressieve leerlingen is een taak waar niet lichtzinnig over gedacht moet worden. De somberheid, het gebrek aan perspectief en het ontbreken van positieve gevoelens; als leraar gaat dit je ook aan het (onderwijs)hart. Blijf daarom ook goed voor jezelf zorgen. Neem je lunchpauze, investeer in je eigen sociale contacten en beweging en geef het aan als de zorg te zwaar wordt. En last but not least, maak gebruik van het zorgnetwerk rondom je heen: de intern begeleider, de gemeente, de betreffende psycholoog bij de GGZ en de huisarts. Een depressieve leerling begeleiden doe je samen.
Heb jij ervaring met depressieve leerlingen in jouw klas? Deel je ervaringen met ons via onderstaand reactieformulier.