De afgelopen weken stonden de media er vol mee: wereldoriëntatie is geen onderdeel meer van de doorstroomtoets en daardoor zou het onderwijs versmallen. Want, is het idee, leerkrachten besteden daardoor vooral aandacht aan de vakken die getoetst worden. Daarmee doen we leerkrachten tekort én de doorstroomtoets. Dat is namelijk geen examen voor de basisschool: de doorstroomtoets heeft een heel andere functie.
Sinds schooljaar 2014/2015 kunnen basisscholen kiezen uit meerdere doorstroomtoetsen. Eén daarvan had de optie om, naast taal en rekenen, ook wereldoriëntatie te toetsen. Die doorstroomtoets bestaat niet meer en daardoor lijkt het alsof dit onderdeel ‘ineens’ niet meer getoetst wordt in de doorstroomtoets. De praktijk is echter dat het door alle andere toetsaanbieders niet aangeboden wordt. Voor de doorstroomtoets heeft het onderdeel wereldoriëntatie namelijk geen functie, het telt niet mee voor het schooladvies dat eruit komt.
Doorstroomtoets als second opinion
De doorstroomtoets geeft een advies voor het type voortgezet onderwijs waar een leerling het beste past. De vaardigheden van een leerling op lezen, taalverzorging en rekenen blijken daar goede voorspellers voor te zijn. Daarom is wettelijk bepaald dat deze basisvaardigheden objectief getoetst moeten worden.
Het is belangrijk om te weten dat de doorstroomtoets bedoeld is als een second opinion voor het advies van de leerkracht. Het is een manier om te voorkomen dat een leerkracht de capaciteiten van een leerling, onverhoopt, onderschat. Het advies wordt naar aanleiding van de doorstroomtoets daarom alleen naar boven bijgesteld, niet naar beneden.
Wereldoriëntatie wordt meegenomen in het schooladvies
De angst bestaat dat leerkrachten zich blind staren op taal en rekenen als alleen deze vakken worden gemeten met de doorstroomtoets. Die insteek doet leerkrachten tekort. Naast taal en rekenen is er natuurlijk ook veel aandacht voor andere vakken; ze worden alleen op andere momenten getoetst. Dit gebeurt met methodetoetsen, die gedurende de schoolcarrière van een leerling regelmatig worden afgenomen.
Compleet kindbeeld
Scholen bouwen in acht jaar een zorgvuldig beeld op van een leerling. Leerkrachten observeren een leerling elke dag, kennen de talenten van een leerling en weten hoe een leerling zich heeft ontwikkeld op allerlei gebieden – niet alleen op taal en rekenen. Zij hebben goed inzicht in welk vervolgonderwijs bij een leerling past en baseren daarop hun schooladvies. Maar elk mens heeft blinde vlekken. Daarom is bij wet bepaald dat er naast het gegeven schooladvies van de leerkracht een objectief meetmoment moet zijn: de doorstroomtoets, een second opinion. Laten we er zo ook naar kijken: het is geen eindexamen van de basisschool. Je kunt niet zakken of slagen voor de doorstroomtoets.