Of het nu gaat om ras, handicap of geslacht: helaas hebben mbo-studenten nog steeds regelmatig met stagediscrimininatie te maken. Hoe kun je studenten op een juiste manier begeleiden en ondersteunen om discriminatie te voorkomen óf om hier juist mee om te gaan?
Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat ongeveer een kwart van de Utrechtse mbo-studenten discriminatie ervaart of hierover een vermoeden heeft bij het zoeken van een stage. Tijdens de stage zelf ervaart één op de acht studenten discriminatie. Dat zijn serieuze aantallen en daarom is het belangrijk hier alert op te zijn en er op een goede manier mee om te gaan. Want wat doe je als jouw leerling naar je toekomt met de melding dat hij of zij gediscrimineerd wordt?
Reacties van docenten allesbepalend
Uit hetzelfde onderzoek blijkt namelijk dat de reactie die je als docent geeft, allesbepalend is voor de student. De ondervraagde studenten laten een schrijnend beeld zien; mentoren, stagebegeleiders of andere onderwijsprofessionals leggen de schuld van de discriminatie regelmatig bij de student zelf. Ook zijn er onderwijsprofessionals die de meldende student het advies ‘bijt door de zure appel heen’ geven. Dit terwijl studenten vaak pas aan de bel trekken als ze écht wanhopig zijn.
‘Grof gezegd doet de manier waarop onderwijsprofessionals een melding afhandelen, de student meer pijn dan de discriminatie-ervaring zelf’, aldus de betrokken senior-onderzoeker Suzan de Winter-Koçak tegen NU.nl. Ook JOB MBO (JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs) herkent dit, geven ze aan in hetzelfde artikel. ‘Studenten doen geen melding omdat ze de ervaring hebben dat hun contactpersoon de kant kiest van de stageplek.’ Het gevolg? Door het gebrek aan steun overwogen sommige van deze studenten te stoppen met hun stage of zelfs hun studie. Dat moet anders.
Neem klachten serieus
Belangrijk is daarom om je bewust te zijn van het feit dat studenten last kunnen hebben van discriminatie en deze klachten serieus te nemen, zodat de leerling zich gehoord voelt. Dat is de belangrijkste stap. Neem vervolgens contact op met de werkgever om de melding te bespreken. Stagebegeleider M. Hoft schrijft onder het artikel op NU.nl dat hij hier positieve ervaringen mee heeft. ‘Ik heb het nu twee keer meegemaakt. Eén keer racisme gemeld door een stagiaire en één keer zelf geconstateerd. Ik heb dit bij het bedrijf waar racisme plaatsvond bespreekbaar gemaakt in een werkoverleg dat hiervoor was ingesteld naar aanleiding van de melding. Er was verontwaardiging binnen de groep werknemers waar dat dit had plaatsgevonden en ze zijn achter de stagiaire gaan staan. (…) Het is hierna niet meer voorgekomen.’
Stagiaires beter voorbereiden en motiveren
Een ouder geeft aan dat werkgevers misschien ook een reden hebben om selectief te zijn. ‘Mijn zoon heeft net zijn eerste stage goed afgerond, maar hij heeft daar ook vernomen dat het vaker fout gaat dan goed. Nog los even van het aspect discriminatie, komen er heel veel ongemotiveerde stagiaires langs. Men is daardoor al behoorlijk kritisch. Ik geloof wel dat er te veel mensen over één kam geschoren worden, maar de school zou stagiaires beter moeten voorbereiden en liefst ook motiveren. Dit is een driehoekje waarin alle partijen hun rol beter kunnen spelen.’
En daar heeft deze ouder wellicht een goed punt. Het is nóg beter om in te zetten op het voorkomen van stagediscriminatie. Probeer de motivatie van leerlingen aan te spreken door in te zetten op wat voor kansen zo’n stage biedt. Dat de leerlingen alles kunnen proberen wat ze leuk lijkt en via een dergelijke stage zelfs kunnen binnenkomen bij hun droombaan. Maar dat ze zich dan wél van hun beste kant moeten laten zien en dat hard werken uiteindelijk loont. Een intrinsiek gemotiveerde leerling laat dat al blijken in zijn of haar sollicitatiebrief en staat dan 1-0 voor.
Nog meer mogelijkheden
Daarnaast zijn er rigoureuzere manieren om stagediscriminatie te voorkomen. Het Verwey Jonker instituut geeft hiervoor een aantal tips. In het geval dat de verwachting is dat studenten weinig van elkaar verschillen in competenties of leerwensen, kun je ervoor kiezen om studenten willekeurig te koppelen aan werkgevers. Je kunt voor deze ‘open hiring’-oplossing kiezen als de school voldoende werkgevers in het netwerk heeft voor een passende stage. Hierbij plaats je studenten bij werkgevers zonder naar de persoonseigenschappen van de werkgever of de student te kijken.
Een andere mogelijkheid is om studenten te koppelen op basis van hun specifieke competenties of leerwens(en). Voor de leerkrachten is het dan zaak om een aantal competenties en leerwensen op te stellen die relevant zijn voor het werk waarvoor opgeleid wordt, deze vervolgens voor te leggen aan werkgevers, en te vragen welke competenties zij nodig hebben op de werkvloer. Vervolgens gaat het om zicht krijgen op de competenties en leerwensen van de studenten door bijvoorbeeld een formulier door studenten te laten invullen. Tot slot kun je ze aan de werkgevers koppelen.
Werkgevers kunnen ook werken met een standaardformulier waarbij studenten gevraagd wordt naar hun leerbehoeften en competenties. Hiervoor gebruiken ze een vooraf opgestelde lijst van leerbehoeften en competenties die de werkgever belangrijk vindt voor de stage. Op het formulier wordt niet gevraagd naar persoonsgegevens en/of niet-relevante kenmerken. Op basis hiervan maakt de werkgever de keuze voor de stagiair.