Nederlanders kopen gemiddeld vijftig stuks kleding per jaar. Dat roept een aantal vragen op: Waarom zo veel? Wat zijn de effecten van ons koopgedrag? En moeten we consuminderen, of op een andere manier consumeren? Bekijk de video ‘Nieuw plan: “Iedereen mag maar 5 kledingstukken kopen per jaar”’.
Opdrachten
1 Hoeveel kleding koop jij: meer of minder dan het gemiddelde in Nederland? Bespreek dit met de klasgenoot naast je en daarna met de klas.
2 Waarom kopen we in Nederland gemiddeld vijftig stuks kleding per jaar, denk je? Geef twee economische verklaringen.
3 Is een gemiddeld aantal (altijd) hetzelfde als het meest voorkomend of ‘normaal’? Leg je antwoord uit.
4 Welke negatieve externe effecten bij het kopen van kleding worden in de video genoemd?
5 Bedenk twee manieren om de negatieve externe effecten van het kopen van kleding te verminderen.
Milieu Centraal wil mensen minder kleding laten kopen en start een campagne. Die is vooral gericht op vrouwen, omdat zij gemiddeld meer kleding kopen dan mannen.
6 Denk jij dat deze campagne nuttig en effectief is? Of moet ook de overheid (strenger) ingrijpen op de kledingmarkt? Bespreek dit met de klasgenoot naast je (in 1 minuut) en daarna met de klas.
Van de makers van Praktische Economie en Economisch bekeken
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.