In de wereld van onderwijs, die vaak synoniem staat voor cijfers en resultaten, groeit er een soort van stille revolutie. Een beweging die niet uit is op het transformeren van het onderwijs door ingewikkelde hervormingen of de volgende onderwijshype, maar door iets veel fundamenteler: echte menselijke verbinding. Menig filosoof of onderwijskundige schrijft erover de laatste jaren.
De jeugd van vandaag de dag wordt vaak gezien als onthecht, verloren in een zee van smartphones en sociale media. Maar wat als het probleem niet de jeugd is, maar de manier waarop wij, de volwassenen, met hen omgaan? We zijn, zeker na Corona, gericht op controle, op het sturen van jongeren naar succes voor de toekomst. We hebben de achterstanden op ranglijsten en onderzoeken teruglopende basisvaardigheden om de controle en sturing te rechtvaardigen. In ons goedbedoelde werkelan staat de leerling centraal vanuit dat organisatorische perspectief.
Wat we vergeten, is om echt te vragen hoe het met ze gaat.
Wat we vergeten, is om echt te vragen hoe het met ze gaat. En niet alleen dat: we vergeten te vragen naar de kleine dingen die hun dagen kleur geven, zoals een sportwedstrijd, vakantie of een nieuw kapsel. Hoe iemand nog voor een Amsterdamse voetbalclub kan juichen? Een halve les weg kletsen met een klas omdat ‘iets’ speelt. Laat een klassegesprek eens mooi op zijn beloop gaan. In plaats daarvan concluderen we dat het sociaal emotioneel niet goed gaat (wat zo is) en lepelen we een batterij lessen psychologie, mindfulness en kanjertrainingen in het curriculum. Veel met jezelf bezig leren zijn, minder met de anderen.
‘The Grand Study’ van Harvard University startte in 1939 met het volgen van bijna 300 studenten. De studie loopt nog steeds. De overkoepelden uitkomst van het onderzoek voor lichamelijke en mentale gezondheid, geluk, succes in het leven en relaties? Liefde en verbondenheid! Dit is geen softheid; het is een basisvoorwaarde die diepgeworteld is in het besef dat goede relaties aan de basis liggen van niet alleen een gelukkiger, maar ook een productiever leven, ook op school.
De essentie is niet te vinden in de methodiek, maar in de authenticiteit van de interactie.
De echte uitdaging ligt in de verspreiding van deze benadering. Het is niet iets wat je in een handleiding kunt zetten of in een seminar kunt leren. Het is een verandering in mindset, een verschuiving van wat we waarderen. En belangrijk, deze verandering kan goed van bovenaf komen. Schoolleiders en beleidsmakers spelen een cruciale rol. Zij moeten het voorbeeld geven, niet alleen door beleid dat relationele vaardigheden bevordert, maar door zelf de waarden van empathie en aandacht in de praktijk te brengen.
Natuurlijk kunnen docenten nieuwe technieken leren om beter te verbinden. Maar zonder een fundamentele interesse in de leerling als persoon, blijven deze technieken hol. De essentie is niet te vinden in de methodiek, maar in de authenticiteit van de interactie.
Laten we dus de volgende keer dat we jongeren tegenkomen in de klas, niet vragen naar hun laatste toets, maar naar wat hen echt beweegt. Laat hen zien dat je echt geïnteresseerd bent, want in die eenvoudige daad van menselijke interesse, ligt de sleutel tot een rijker, meer verbonden onderwijs. De rest komt vanzelf. Meer vitamine Verbinding, want het tekort is groot.
Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’