Als een mens of een ander zoogdier sterft, daalt de lichaamstemperatuur. Na overlijden neemt de huidtemperatuur gewoonlijk snel af door warmtestraling. De kerntemperatuur van het lichaam van een mens (ca. 37,2 °C) zal echter de eerste 2-3 uur na overlijden vrij constant blijven. Daarna vindt afkoeling plaats met een snelheid van ongeveer 0,5-1 °C per uur. Naarmate het temperatuurverschil tussen lichaam en omgeving afneemt, zal de afkoeling langzamer gaan. Het afkoelingsproces is echter afhankelijk van diverse factoren.
Biologiedocent en toets-expert René Westra heeft weer een spannende en indrukwekkende opdracht voor je deze week. Lees gauw verder!
Bij de vondst van een menselijk lichaam probeert een forensisch arts te bepalen of er sprake is van een natuurlijke dood of van een misdrijf en hoe lang iemand al dood is. Dat wordt moeilijk bij een lichaam dat al lang dood is. Dan komt de forensisch entomoloog in actie. Dat is iemand die alles weet van de kolonisatie van een dood lichaam door verschillende soorten insecten.
Die kolonisatie verloopt in een vaste volgorde waarop verschillende soorten insecten op en in het lichaam verschijnen.
Bekijk nu de film How Entomologists Use Insects to Solve Crimes:
Vragen
1. Waarom is het in het geval van een dode door een misdrijf belangrijk om te bepalen hoe lang iemand al dood is?
2. Hoe lang is iemand dood die een kerntemperatuur heeft van 30 °C, in standaardomstandigheden?
3. Welke invloed heeft kleding op het verloop van de afkoeling?
4. Welk verschil is er in de afkoeling van een dood lichaam in a. een grasveld; b. stilstaand water (in een sloot); c. stromend water (in een rivier)?
5. Welke invloed heeft de grootte van het lichaam op het verloop van de afkoeling?
6. Welk verschil is er tussen de insecten die als eerste bij het dode lichaam verschijnen en de latere soorten?
7. De activiteit van veel insecten is onder andere afhankelijk van de temperatuur en het licht. Dit geldt ook voor de aasvlieg Lucilia sericata. De larven van Lucilia sericata leven als aaseter op de lijken van zoogdieren. De aasvliegen zijn lichtminnend: in het donker vertonen ze geen activiteit. Vrijwel meteen na het doodgaan van een dier komen deze Lucilia-vliegen in grote aantallen op het kadaver af. Na deze eerste invasie volgen ook andere lichtminnende insecten zoals kaasvliegen. Nog later verschijnen ook allerlei kevers bij het lijk. Wat is de biologische term voor organismen die als eerste een lijk (een soort ‘nieuw ecosysteem’) koloniseren?
8. Op een lijk, dat in een donkere grot werd aangetroffen door de politie, bevonden zich grote aantallen Lucilia-larven en geen larven van andere insecten zoals kaasvliegen of bepaalde kevers. Welke twee conclusies kan de politie hieruit trekken?
9. Geef de naam van het in vraag 7 beschreven verschijnsel, waarbij in een vaste volgorde steeds nieuwe soorten een bepaalde leefomgeving koloniseren.
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.