Wat weet jij eigenlijk over de penis?

De penis is een orgaan dat alleen voorkomt bij mensen (en sommige dieren) die als jongen zijn geboren. Bijzonder is dat dit orgaan een dubbelfunctie heeft: bij het plassen en bij het naar buiten werken van zaadcellen.

Biologiedocent en toets-expert René Westra maakte vragen bij de video De Penis: Topdoks LabExperiment. Bekijk ‘m hier en maak daarna de vragen!

Vragen

1. Wat is de oorzaak van de aanvoer van extra bloed naar de zwellichamen in de penis, zodat die stijf wordt (in erectie komt)? 

2. Welk orgaan zorgt er naast de zwellichamen voor dat jongens niet kunnen plassen als hun penis stijf wordt? 

3. Noem een verschil tussen de urineleider en de urinebuis. 

4. Wat is een verschil tussen de werking van de urinebuis bij jongens en meisjes? 

5. Hoe komt het dat oude mannen vaak problemen krijgen met plassen? 

6. Mannelijke vogels hebben geen penis. Hoe brengen zij de zaadcellen over naar een vrouwtje? 

7. Mannelijke vissen brengen helemaal geen zaadcellen over naar een vrouwtje. Hoe komt bij vissen dan de bevruchting tot stand?

Bij de zoogdieren komen twee verschillende vormen van de penis voor. Een jongen en een man hebben, net als mannelijke honden en katten, een vasculaire penis. Deze komt in erectie doordat er meer bloed in de zwellichamen komt. Mannelijke koeien, varkens en schapen hebben een fibro-elastische penis. Deze komt in erectie door het ontspannen van een speciale spier, de retractorspier (zie afbeelding boven). De penis wordt bij deze dieren niet breder, maar komt bij seksuele prikkeling vanuit de buikholte tevoorschijn.

8. Hieronder staan vier stellingen over de penissen van zoogdieren. 

I Bij een vasculaire penis gaan bij erectie slagaders in dit orgaan wijder open. 

II Bij een vasculaire penis gaan bij erectie aders in dit orgaan wijder open. 

III Bij een fibro-elastische penis duurt het langer voordat de penis in erectie komt in vergelijking met een vasculaire penis. 

IV Een fibro-elastische penis komt vooral voor bij zoogdieren die als prooidier leven. 

Geef voor elke stelling aan of deze volgens bovenstaande informatie juist of onjuist is.