Home » Materiaal 12+ » Sneller lopen? Beter eten!

Sneller lopen? Beter eten!

Afgelopen zomer waren in Parijs de Olympische Spelen en nu zijn daar de Paralympische Spelen aan de gang. De paralympische sporters hebben een lange voorbereiding achter de rug om bij die Spelen zo goed mogelijk te kunnen presteren. Goede voeding is daarbij van groot belang, zo wordt steeds duidelijker.

Ga naar het artikel ‘Wat eet een atleet? Topwetenschapper helpt TeamNL aan voorsprong richting Parijs en bekijk de video ‘Ook chocolabehoefte houdt Klaver nauwgezet bij: “Ben 24/7 met voeding bezig”’. Maak daarna de opdrachten.

Opdrachten

1 Lieke Klaver heeft het over gezonde voeding en functionele voeding.
Leg het verschil uit tussen gezonde en functionele voeding.

2 Bij krachttraining vraagt het lichaam meer eiwitten voor de spieren.
Welke omzettingen vinden er plaats tussen de opname van eiwitten in de voeding en de inbouw van eiwitten in de spieren?

3 Marathonlopers lopen 42,2 kilometer hard. De dag voor een marathon eten ze vaak een maaltijd met pasta, zoals spaghetti of macaroni.
Leg uit dat dit een goede prestatie op de marathon bevordert.

4 Bij veel marathonlopers slaat na ongeveer 30 km ‘de man met de hamer’ toe. Het looptempo kan daarbij in de laatste 12 km flink zakken. Leg uit hoe dit komt.

5 Het is moeilijk om tijdens de marathon koolhydraten op te nemen: ze komen maar langzaam in het bloed. Hoe komt dat?

6 Wat is een ideaal dieet voor een topsporter die kortdurende, vaak explosieve prestaties levert? Denk hierbij aan een zwemmer (50 meter) of hardloper (100 meter).

7 Bij aerobe dissimilatie (verbranding) wordt glucose of vet verbrand met zuurstof. Daarbij komt energie vrij, waarvan een gedeelte wordt opgeslagen in ATP-moleculen. Het andere gedeelte is warmte:
– Verbranding glucose: C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H20 + 36ATP
– Verbranding vet: C16H32O2 + 23O2 → 16CO2 + 16H2O + 129ATP (palmitinezuur)
In de tabel hieronder kun je zien hoeveel energie er vrijkomt bij aerobe verbranding en ook hoeveel zuurstof er gebruikt wordt als je 1 gram vet en 1 gram glucose in de cellen gaat verbranden.

hoeveelheidglucosevet
zuurstof die nodig is (mL)8302020
koolstofdioxide die vrijkomt (mL)8301430
vrijkomende energie (kJ)17,639,5

Bedenk waarom het lichaam bij een laag niveau van inspanning vooral vet verbrandt en bij intensief sporten vooral glucose. Geef twee redenen.

8 In de tabel zie je dat er per gram glucose 17,6 kJ aan energie wordt geleverd. Omgerekend per mol is dat 3168 kJ. In de reactievergelijking vind je dat er per mol glucose 36 ATP wordt gevormd bij de aerobe dissimilatie.
Bereken de efficiëntie van de aerobe dissimilatie, waarbij gegeven is dat voor de vorming van 1 mol ATP 30 kJ nodig is.

9 Er zijn voorraden van koolhydraten in het bloed (glucose), in de lever (als glycogeen, een polymeer van glucose) en in de spieren (ook als glycogeen). Die voorraden zijn voldoende voor ongeveer 30 km lopen.
Van vet zijn er grotere voorraden, rondom organen, in het beenmerg en onder de huid. Je zou daarmee wel 1000 km kunnen lopen, maar niet zo hard. Leg uit hoe dat komt.

10 Bij onderzoek aan een rosse grutto (een trekvogel) bleek dat dit dier in één ruk van Alaska naar Nieuw-Zeeland is gevlogen, meer dan 11 000 km in acht dagen. Voor vertrek eet deze vogel heel veel en slaat dit op als een vetvoorraad in de buik.
Leg uit dat deze vogel geen glycogeenvoorraad aanlegt, zoals bijvoorbeeld marathonlopers of triatleten doen.

Antwoorden bekijken

Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.

Andere In het nieuws Biologie

Tinnitus: altijd een ***geluid

Gehoorschade bij tinnitus of oorsuizen: hoe ontstaat het en kun je er eigenlijk iets tegen doen?

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.