Een doorgestreepte prijs suggereert een korting. Snel bij zijn dus? Niet altijd, zo waarschuwt de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Lees het artikel ‘Nieuw trucje webshops: de consument foppen met fabrieks- of adviesprijs’ en maak daarna de opdrachten.
Opdrachten
1 Wanneer is er volgens de ACM sprake van een nepkorting of nepaanbieding?
2 Leg uit dat de aanbieder (de webshop) meestal een informatievoorsprong heeft op de consument als er op een webwinkel een aanbieding staat (zoals een doorgestreepte prijs).
Het consumentensurplus is de optelsom van het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs. De betalingsbereidheid wordt meestal als een gegeven (constant) verondersteld.
3 Leg met behulp van het artikel uit dat de betalingsbereidheid kan worden beïnvloed door nepkortingen en dat het consumentensurplus kan stijgen.
4 Leg uit dat het producentensurplus stijgt als aanbieders de consument succesvol misleiden met nepkortingen.
Als door nepkortingen het consumenten- en het producentensurplus stijgen, stijgt de welvaart (havo) of de doelmatigheid (vwo).
5 Waarom is er dan toch een probleem volgens de ACM?
6 Leg uit dat de informatie-asymmetrie (zie vraag 2) vermindert als webwinkels zich houden aan de regels die de ACM stelt.
7 Hoe kun jij voorkomen dat je in nepkortingen trapt? Bespreek dit met je klasgenoot in ongeveer één minuut. De docent kan daarna een top drie maken van de beste tips.
Meer lezen?
‘ACM legt boetes op aan webwinkels voor nepkortingen’
Van de makers van Praktische Economie en Economisch bekeken
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.