Tijdens de vergadering wordt het maar weer eens benadrukt: we maken ons ernstige zorgen over de kinderen. De resultaten moeten omhoog! Ze lezen en rekenen slecht. Mijn groep 8 is geen uitzondering. De mededeling is eigenlijk: ‘Maak van kinderen met een IQ op vmbo kader-niveau een groep havisten.’ Terwijl ik mijn hersens breek op de vraag of ik dat überhaupt wenselijk vind, check ik de laatste spelonderdelen. We gaan morgen namelijk met die groep 8 op kamp.
Terwijl ouders met bezorgde gezichten hun kinderen uitzwaaien, fietsen zij zingend in de stromende regen hun kampdagen tegemoet. We starten in een speeltuin, die door de vele plassen nauwelijks zichtbaar is. Geen probleem! Vanaf de glijbaan in een modderpoel belanden, is superleuk! ‘Juf, modder is goed voor je huid, wilt u ook?’ Drie meiden hebben hun gezicht bedekt met modder en hebben de slappe lach. De modder wordt verwijderd en we vertrekken naar het centrum van de stad. Tijdens onze Vossenjacht – hilarisch – zien we een jongen op een fatbike die een oudere mevrouw bijna aanrijdt en haar vervolgens uitlacht. Een van mijn leerlingen ziet het gebeuren en roept naar de betreffende jongen: ‘Zo, jij bent echt stom!’ Hij is te verbouwereerd om te reageren. Ik schiet in de lach en steek een duim naar haar op.
Een van mijn leerlingen ziet het gebeuren en roept naar de betreffende jongen: ‘Zo, jij bent echt stom!’
De dag erna gaat het kamp na een doorwaakte nacht in volle vaart door. De leerlingen zijn moe maar vrolijk. Een aantal komt joelend aangerend: ‘Juf, juf, komt u kijken? We hebben een boomhut gemaakt!’ Met vereende krachten (want hoog) hebben ze spullen naar boven gesjouwd om de hut in te richten. Hij is prachtig! Intussen bouwt de leerling die in de klas zijn concentratie niet bij het rekenen kan houden, een solide constructie zodat zijn zelfgemaakte vlag veilig mee kan op de fiets. De leerling die bekend staat als de ‘stuiterbal’ komt zich tegelijkertijd met een moddervlek op zijn gezicht en een scheur in zijn broek melden: ‘Juf, dit is de mooiste schoolweek van mijn leven!’ Om zich vervolgens weer vol in het potje voetbal te storten.
We besluiten ons kamp met de bonte avond. Er wordt een musicaldans opgevoerd waar Albert Verlinde jaloers op zou zijn en ook de juffen en meesters van school passeren de revue. Ze worden zeer treffend nagedaan.
Op de terugweg schijnt de zon. Al fietsend overdenk ik het kamp én het feit dat ik maandag weer moet gaan proberen havo-leerlingen te maken van kinderen die dat niet zijn. En natuurlijk gaan we die resultaten omhoog proberen te krijgen. Maar na dit kamp is er wel wat veranderd. Mijn glimlach bij het denken aan mijn doorzettende, positief ingestelde, creatieve, lieve leerlingen wordt steeds groter. De resultaten verdienen aandacht. Maar zorgen maak ik me niet meer.
Deze kinderen gaan de wereld veel goeds brengen.