Nonnetjes zijn kleine schelpdieren die onder andere voorkomen in de Noordzee en de Waddenzee. Je kunt de schelpen van deze nonnetjes op het strand vinden. Nonnetjes komen voor in twee vormen: met een platte schelp en met een bolle schelp. Dit vormkenmerk wordt erfelijk bepaald en er kan natuurlijke selectie op plaatsvinden. Dat gebeurt via predatie door vogels die deze schelpdieren eten.
Bekijk de video ’Natural selection’ (Engelstalig). Maak daarna de opdrachten.
Opdrachten
1 Kanoetstrandlopers zijn vogels die in vochtig zand op het strand van de Waddenzee nonnetjes met hun snavel oppikken en in hun geheel doorslikken. Hoewel op het strand van de Noordzee ook nonnetjes leven, komen daar geen kanoetstrandlopers voor.Geef een verklaring voor dit verschil.
2 Kanoetstrandlopers eten alleen nonnetjes met een platte schelp. Nonnetjes met een bolle schelp zijn voor hen niet te kraken in hun maag-darmkanaal. Anders dan in de video treedt in dit geval natuurlijke selectie dus niet op door temperatuurverandering, maar door een verschil in de kans op predatie.
Leg uit dat door natuurlijke selectie een verschil ontstaat tussen de populaties van nonnetjes in de Noordzee en de Waddenzee.
3 Natuurlijke selectie kan alleen optreden als het verschil tussen beide schelpvormen erfelijk is. Onderzoekers Pieternella Luttikhuizen en Jan Drent toonden aan dat dit het geval is.
Stel dat plat dominant is (bijvoorbeeld P) over bol (p). Welk genotypisch en fenotypisch resultaat verwacht je dan in het nageslacht als er bij een verhouding van 25% PP, 50% Pp en 25% pp een vrije uitwisseling van geslachtscellen optreedt en er geen natuurlijke selectie optreedt?
4 Als er wel natuurlijke selectie optreedt, is het effect in de Waddenzee dan groot of klein? Leg je antwoord uit.
5 Hoe komt het dat er bij hoge predatiedruk toch steeds platte schelpen blijven leven in de Waddenzee?
6 Het aantal nonnetjes nam sterk af door mechanische visserij. Daarbij hadden schepen een zogenoemde kor, die over de bodem werd gesleept. Dit gevaarte is uitgerust met een mes dat kokkels en nonnetjes uit het zand wipt en met een grote ‘stofzuiger’ aan boord zuigt.
Welk gevolg had dit voor de populatie kanoetstrandlopers?
A Dit had geen gevolg voor de populatie.
B De populatie werd kleiner.
C De populatie groeide.
Van de makers van Biologie voor jou
Antwoorden bekijken
Om de antwoorden te kunnen zien, moet je zijn ingelogd. Heb je nog geen account? Meld je dan nu aan! Het is GRATIS.