Wachtend tot de zwemles van mijn middelste zoon voorbij is ontvang ik telefoon. De directeur belt en dat kan geen goed nieuws zijn. Onze collega en teamleider is ernstig ziek en gaat niet lang meer onder ons zijn. ‘We moeten naar Johan,’ krijg ik te horen. ‘Dat is goed. Nu bedoel je, samen?’ ‘Nee, dat bedoel ik niet, ik bedoel met zijn allen’.
Johan was een grote man, met een zacht karakter en een groot hart voor leerlingen en collega’s. Met zijn humor, directheid en oprechte betrokkenheid was hij een collega waar je op kon bouwen. Johan ging voor de school en zijn leerlingen. Recht door zee, eerlijk en open, met een flinke dosis humor, een prachtige combinatie.
Buiten het werk had hij zijn eigen plek: ‘de boerderij’. Waar hij met zijn vrouw en de kinderen genoot van het buitenleven. Het werken met dieren en het leven op het erf paste perfect bij hem. Een Bourgondiër pur sang, iemand die van het leven genoot en altijd tijd maakte voor een goed gesprek.
Johan was voor velen een leermeester en steunpilaar. Ook voor mij. Hij zou vijf jaar geleden met pensioen gaan. Het laatste jaar had hij klachten die hem zorgen baarden, maar zoals hij was, maakte hij zich vooral druk om anderen. In januari vertrok hij op een ochtend ‘even’ naar de dokter. Hij kwam niet meer terug op school. De diagnose was vernietigend: kanker, en niet een beetje. Johan omschreef de PET-scan zelf als ‘een luchtfoto van Parijs bij nacht.’ Zoveel oplichtende puntjes.
Het ging snel. Van een flinke, stevige vent werd hij in korte tijd een fragiele, zieke man. Een bezoek aan school zat er niet meer in. De periode die daarop volgde, liet diepe indrukken en littekens achter.
Het was een van de meest emotionele momenten die ik heb meegemaakt, maar tegelijkertijd ook een van de mooiste.
Ik vertel met regelmaat aan wie het wil horen, hoe we afscheid van Johan hebben genomen. Het was een van de meest emotionele momenten die ik heb meegemaakt, maar tegelijkertijd ook een van de mooiste.
‘Met zijn allen,’ zei ik tegen mijn directeur, ‘het hele personeel?’ ‘Nee,’ antwoordde hij, met hoorbare ontroering. ‘Met de hele school….’
Wat ik daarvan vond? Het mooiste wat we voor Johan konden doen! Maar ik vond ook dat we dat eerst met zijn vrouw moesten overleggen. Vijf minuten later belde hij terug. Ze had er nauwelijks woorden, maar haar reactie zei genoeg: doen! En zo geschiedde.
Met de klassen werden cadeaus gemaakt en kaarten geschreven. Sommige leerlingen ontpopten zich als ware leiders in dit proces. Ik zag hoe een leerling, die Johan ooit had aangenomen en een kans had geboden, haar kans greep om iets voor hem terug te doen. De vaste busmaatschappij leverde vijf bussen tegen minimale kostprijs, want als vaste vervoerder waar Johan contactpersoon van was wisten ze precies wat hier gebeurde. Leerlingen die niet mee wilden, mochten blijven, maar we gingen uiteindelijk met de hele school naar zijn woning.
Johan liet de school goed achter en de leerlingen hun teamleider.
Johan zat naast de deur van de bus en begroette elke leerling die uitstapte, bus na bus. Op het erf namen we afscheid. Er werd gelachen, er werd gehuild. We gaven en namen het mooiste afscheid dat er was. Johan liet de school goed achter en de leerlingen hun teamleider. Kort daarna overleed hij.
De saamhorigheid die we daar in die moeilijke periode hebben meegemaakt, in volledige gelijkwaardigheid van personeel en leerlingen in het afscheid van onze collega was hoe verdrietig ook, fenomenaal.
Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’