Donderdag 7 maart kwam de school vol in het nieuws met de waarschuwende woorden van de Nationaal Coördinator Terrorisme bestrijding en Veiligheid (NCTV), Pieter-Jaap Aalbersberg, dat leerlingen van een Amsterdamse islamitische school zouden worden beïnvloed door docenten die met contacten bij terroristische organisaties uit de Kaukasus. Wat volgde was een ware mediastorm waarin het bestuur van het Haga Lyceum en de overheid – onder andere bij monde van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en onderwijsminister Arie Slob – beschuldigingen aan elkaars adres deden. Zo zou de Amsterdamse school herhaaldelijk geweigerd hebben medewerking te verlenen bij inspecties van de Onderwijsinspectie, en zou het onacceptabel zijn dat leerlingen structureel worden beïnvloed door mensen die banden onderhouden met jihadisten. Ook zou het rapport van de Onderwijsinspectie achteraf zijn aangepast na de aantijgingen aan het adres van het bestuur van de school; in het Parool brak advocaat Pors een lans voor het Haga Lyceum en wist te melden dat in het conceptrapport stond dat er geen contact is geweest tussen salafisten en leerlingen. Salafisme is een fundamentalistische stroming binnen de Islam die strikte naleving van de Islam voor ogen heeft.
Het rapport van de Onderwijsinspectie – waarover minister Slob zei dat de toekomst van het Cornelius Haga ervan af hangt – komt komende week uit. De advocaat van de school heeft nu een kort geding aangespannen tegen de staat om publicatie van het rapport te voorkomen. “In dit rapport staan allerlei meningen die niet tot wettelijke normen zijn te herleiden. De inspectie heeft zich niet beperkt tot zijn taak als toezichthouder,” zegt hij tegen Het Parool. De Onderwijsinspectie deed in oktober vorig jaar ook onderzoek op het Haga Lyceum waar een conceptrapport uit voortkwam. Daarin kreeg de school een positieve beoordeling. Is er sprake van zogenoemd ‘moslims pesten’ of is er meer aan de hand? Wacht het Cornelius Haga Lyceum een eerlijk proces of is de school bij voorbaat al veroordeeld?