‘Lekker fris, lekker anders!’ Daarmee probeerde een broodbelegfabrikant ons jarenlang te overtuigen om voor hun smeerspulletje te kiezen. Anders en nieuw: dus aantrekkelijk en verleidelijk.
Als je levenspartner je daarentegen vertelt dat hij of zij eigenlijk iets anders wil, dan kan dat ‘anders’ nog weleens van betekenis verschillen. Kijkt je partner er wat bedenkelijk bij? Dan breken er mogelijk compleet andere tijden aan op relationeel gebied. In dit voorbeeld bevinden we ons, qua betekenis van het woord, al op een glijdende schaal.
Anders
‘De leerling van tegenwoordig is totaal anders’, is ook zo’n bekende in het onderwijs. Ook hier is de mimiek en de intonatie van de spreker doorslaggevend voor de betekenis en de interpretatie van de zin. Doorgaans wordt deze opmerking gemaakt terwijl de docent er een zuinig gezicht bij trekt. Minder vaak bedoelt de docent met deze opmerking dat het eigenlijk wel de goede kant op gaat met de leerlingen.
Toen ik in 1987 – nog nat achter de oren – mijn eerste ervaringen in de docentenkamer opdeed, hoorde ik mijn veertigplus-collega’s ook al waarschuwend roepen dat de leerlingen zo aan het veranderen waren. Dat werd dan met een licht schuddend hoofd uitgesproken. Waar moest dat toch heen met die jeugd?
De jongere docenten deden er doorgaans niet aan mee: die snapten dat geklaag niet. Pubers waren immers pubers, met spontaan en onvoorspelbaar gedrag. Met hun nukken en hun afkeer van gezag, zoals dat bij die leeftijd hoort. Daarnaast had je er als docent ook gewoon voor gekozen om er dagelijks mee om te gaan.
Kortere spanningsboog
Nu kom ik als voorlichter van Malmberg veel meer docenten tegen dan toen ik nog les gaf. Ik praat met hen over methodes, maar ook over leerlingen anno nu. Wat ik vaak hoor is dat ze heel andere behoeftes hebben en vooral een kortere spanningsboog. Ze zijn sneller afgeleid en zitten het liefst de hele dag op internet.
Ook zie ik veel docenten meegroeien met hun leerlingen: vaak moeiteloos omdat ze zelf kinderen hebben, of gewoon omdat leerlingen hen blijven interesseren en ze daardoor jong van hart blijven. Sommigen zitten zelfs meer op internet dan hun leerlingen en hebben een minstens zo veelzijdige smartphone. ‘If you can’t beat them, join them!’ lijkt hun tactiek.
Niet zoveel veranderd
Ik weet niet waar ik uit zou zijn gekomen als ik was blijven lesgeven. Was mijn lijflied dan “Oh, oh Den Haag” geweest, “(…) Want Den Haag is door de jaren zóóó veranderd, voor mij toch veel te vlug!” Of had ik toch door de schoolgangen gelopen met het deuntje ‘Ik hou van lekker fris, ik hou van lekker anders’ in mijn hoofd? Ik weet het niet. Maar wat ik wel weet, is dat er andere tijden zijn aangebroken. Naar mijn mening zijn de leerlingen niet zoveel veranderd, maar is de wereld om hen heen dat des te meer!
Vindt u dat leerlingen steeds meer veranderen of ziet u ook weinig verschil en zit het meer in de wereld om hen heen?