Automatiseren speelt een cruciale rol in het leren rekenen en daarom ook in de rekenmethodes van Malmberg. Wat is het precies? Waarom is het zo belangrijk? En hoe kun je als leerkracht je leerlingen helpen bij het automatiseren?
Automatiseren? Dat klinkt voor een leek als iets ICT’erigs. Ergens is dat ook zo, want automatiseren betekent simpelweg dat kinderen sommen snel kunnen oplossen. Denk aan een leerling die snel weet: 7×8=56 of 42–17=25. Je wilt dat het rekenen vanzelf gaat (automatisch), zonder dat het kind lang hoeft na te denken over de tussenstappen.
Het oplossen van sommen als het rekenen tot en met 10, het rekenen via het tiental en het leren van de tafels, zijn onderdeel van de zogeheten basisvaardigheden bij het rekenen. Deze basisvaardigheden zijn zó belangrijk voor het rekenen, dat je wilt dat je leerling deze vlot beheerst.
Bij automatiseren gaat het dus niet per se om het uit je hoofd leren, maar om het snel en efficiënt kunnen uitrekenen. Het is eigenlijk de – cruciale – stap vóór memoriseren, waarbij je veel sommen (al) direct uit je hoofd weet.
We onderscheiden de volgende begrippen:
Vlot: iets snel kunnen uitrekenen
Automatiseren: routinematig iets snel kunnen uitrekenen met efficiënt strategiegebruik
Memoriseren: het antwoord direct uit het hoofd kunnen geven, als rekenfeit, zonder te rekenen
Waarom is automatiseren zo belangrijk?
Automatiseren helpt kinderen om een stevige basis op het gebied van rekenvaardigheid te krijgen. Als een som zoals 8×7 automatisch gaat, hoeft een kind daar niet meer over na te denken. Leerlingen die snel en goed kunnen rekenen, voelen zich vaak zekerder in de klas. Automatiseren geeft ze het gevoel dat ze rekenen onder de knie hebben. En dat motiveert en maakt rekenen leuker! In het dagelijks leven heb je bovendien vaak snel een antwoord op een rekensom nodig, zoals bij het vergelijken van prijzen of het splitsen van een rekening . Automatiseren helpt leerlingen om dit moeiteloos te doen.
Automatiseren is ook een belangrijke stap in de rekendidactiek. Het is de derde fase in het zogeheten hoofdfasenmodel: één van de didactische modellen uit het ERWD-protocol. De rekenvisie van Malmberg is gebaseerd op dit protocol, en de didactische modellen uit dat protocol zijn verwerkt in Pluspunt 4 en De wereld in getallen 5. De eerste fase is de begripsvorming (dat kinderen snappen wat ze aan het doen zijn), dan volgt het ontwikkelen van procedures en strategieën (dat kinderen weten hoe ze iets moeten doen) en dan volgt het automatiseren (dat de kinderen het vlot kunnen), gevolgd door het breed en flexibel toepassen (dat kinderen in een bepaalde context weten welke bewerking ze moeten gebruiken). De kern van dit model is dat elke volgende fase in de leerlijn uitgaat van beheersing van de fase die eraan voorafgaat.
Waarom later pas automatiseren?
Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat sommige basisvaardigheden bij het rekenen pas een stuk later (of helemaal niet) door kinderen worden geautomatiseerd dan tot nu toe werd verondersteld. Dat betekent dat als we te vroeg en op te jonge leeftijd gaan automatiseren, kinderen afhaken. Dat levert weer hiaten op in de basiskennis, waardoor rekenachterstanden ontstaan.
Wanneer je gaat automatiseren als een kind nog niet begrijpt wat het aan het doen is, of nog geen efficiënte strategieën gebruikt, dan heeft het automatiseren geen kans van slagen. De kans is groot dat een kind dan een ‘verkeerde’ of inefficiënte strategie inoefent. Voorbeeld: Wanneer een kind nog op de vingers telt bij het rekenen t/m 10, dan is het niet verstandig om het kind heel veel werkbladen of digitaal sommen te laten maken. Het enige wat er dan gebeurt, is dat het kind heel goed en snel op de vingers leert tellen. Dat is niet goed voor de rekenontwikkeling en helpt niet bij het verder komen in het automatiseren. Deze kinderen lopen dan verderop tegen problemen aan bij het rekenen tussen de 10 en de 20 en bij het rekenen over het eerste tiental en dan ook bij het rekenen t/m 100 en verder, omdat ze dan nog steeds tellen.
Het enige wat er dan gebeurt, is dat het kind heel goed en snel op de vingers leert tellen.
In de rekenmethodes van Malmberg wordt het automatiseren van de tafels aangeboden vanaf de tweede helft van groep 4. Dat is niet zomaar. Begin je te vroeg, dan dwarsboom je simpelweg de opbouw en de begripsvorming. Zo moeten kinderen eerst leren begrijpen wat vermenigvuldigen eigenlijk is. Ze leren bijvoorbeeld een verhaal bedenken bij 3 x 4. En dat 3×4 betekent: drie groepjes van vier. Door patronen te ontdekken en contextopgaven te maken, snappen ze hoe vermenigvuldigen werkt, en kunnen ze daarna de tafels makkelijk aanleren.
In de eerste leerjaren ligt de nadruk op het ontwikkelen van getalbegrip en procedureontwikkeling. Kinderen leren de basisbewerkingen – zoals optellen en aftrekken – begrijpen en ontdekken hoe getallen met elkaar in verband staan. Leren rekenen is een bouwwerk. Eerst moet een solide fundament worden gelegd; daarop wordt doorgebouwd. Eén ontbrekende steen resulteert in een wankel bouwwerk. Het is belangrijk om de eerder benoemde fases uit het hoofdfasenmodel in de juiste volgorde te doorlopen, dus pas beginnen aan een volgende fase als de vorige goed is afgerond. Oftewel: begin met automatiseren als de begripsvorming en het aanleren van procedures goed zijn doorlopen.
Automatiseren kost tijd
En dat automatiseren, dat heeft tijd nodig. Niet alleen duurt het dus even voordat je er daadwerkelijk aan kunt beginnen, maar als je ermee aan de gang gaat, is het van belang om er doorlopend aandacht aan te blijven besteden.
Het is een kwestie van blijven herhalen, ook in de hogere jaargroepen. Het is niet zo dat als kinderen iets vlot en snel kunnen uitrekenen, ze dan klaar zijn met dat onderdeel. Elke leerkracht herkent wel het gevoel dat het lijkt alsof je na de zomervakantie weer opnieuw alles moet aanleren. Je moet het automatiseren daarom blijven onderhouden, en het kind voortdurend meters laten maken op de onderdelen die geautomatiseerd moeten worden.
Tips bij het automatiseren
Als leerkracht kun je je leerlingen uiteraard helpen bij het automatiseren. Bijvoorbeeld door de volgende zaken toe te passen in je lessen.
- Begin pas met het automatiseren van basisvaardigheden als je leerlingen de fasen van begripsvorming en het aanleren van procedures goed heeft doorlopen.
- Observeer hoe kinderen rekenen. Beheersen de kinderen de juiste basisstrategie en begrijpen ze deze ook? Een inefficiënte strategie zoals tellen kun je alleen zien door te observeren. Je ziet het niet aan het antwoord.
- Ga na waarom je leerling uitvalt bij het automatiseren, en pas de remediëring hier op aan. Soms schort het aan de begripsvorming of proceduregebruik en is extra instructie nodig, in plaats van extra automatiseertaken.
- Differentieer: niet alle leerlingen zijn op hetzelfde moment toe aan automatiseren. Ga met deze leerlingen niet te vroeg op tempo werken. Bied extra ondersteuning aan, aan wie dat nodig heeft.
- Geef extra leertijd om de doelen te halen. Tijd doet er toe.
- Gebruik verschillende werkvormen: maak automatiseren leuk met rekenspelletjes of tools om je leerlingen te motiveren (zie hiervoor bijvoorbeeld de katernen Spelenderwijs bij de rekenmethodes van Malmberg).
- Gebruik het digitaal verwerken – zoals in Bingel met de automatiseertaken – zo oefent elk kind op maat en op zijn of haar eigen tempo.
- Plan korte en regelmatige oefenmomenten: oefen tien minuten per dag, in plaats van één lange sessie per week.
- Geef feedback: directe feedback helpt je leerlingen om fouten te herkennen.
Lessuggestie: Eruit!
Maak tweetallen. Elk kind schrijft 5 uitkomsten van een tafel én een getal dat niet in die tafel thuishoort op een blaadje of wisbordje. Om de beurt vertelt de ander welke tafel er bedoeld wordt en streept het getal door dat er niet in thuishoort.
Lessuggestie bij de eerste les waarin we vermenigvuldigen gaan automatiseren, PP4 groep 4 blok 9 .