Digitalisering is nog steeds een belangrijk onderwerp in het onderwijs. Maar hoe zit het met het daadwerkelijke bezit en gebruik van devices in de klas? Daaraan besteden we aandacht in dit artikel. Je leest over de actuele stand van zaken omtrent devices in de klas. Wie is bijvoorbeeld eigenaar? En welke rol speelt de leraar bij het gebruik van devices?
De Digitaliseringsagenda die in het voorjaar van 2019 werd gepresenteerd, markeert de start van een nieuw gesprek over onderwijs en digitalisering. Digitalisering biedt kansen voor verbetering van het onderwijs. Scholen kunnen zo bijvoorbeeld beter inspelen op hoe leerlingen leren. Digitalisering vraagt ook om werken aan de digitale geletterdheid van leerlingen en leraren. En daarvoor zijn devices nodig zoals een tablet, laptop of Chromebook.
Beschikken alle leerlingen over een device?
DUO Onderwijsonderzoek & Advies onderzocht in april 2019 de beschikbaarheid van devices in het VO. 700 van de ruim 1250 Nederlandse VO-scholen reageerden. Bij een derde van deze scholen beschikken álle leerlingen in álle leerjaren over een device, meestal een laptop. Op zo’n 105 scholen beschikt geen enkele leerling over een device. Hier werken scholen liever met boeken, maar ook de aanschafkosten spelen een rol. Veel van deze scholen hebben overigens wel de beschikking over een of meer computerlokalen of laptopkarren. Op maar drie scholen hebben leerlingen helemaal geen toegang tot een device.
Van wie zijn de devices eigenlijk?
In augustus 2018 deed Ouders & Onderwijs onderzoek naar de aanschaf van devices op scholen. Daaruit bleek dat veel ouders eigenlijk vinden dat de school van hun kinderen zelf dient te zorgen voor devices. Toch blijkt uit het onderzoek van DUO dat meestal de ouders/leerlingen zelf eigenaar zijn van het device. Devices die wel eigendom zijn van de school, worden met name gefinancierd uit het leermiddelenbudget. Ouders & Onderwijs concludeerde dat zeker de helft van de ouders van leerlingen in het VO zich door de school onder druk gezet voelt om een device aan te schaffen. Veel ouders kijken bij de schoolkeuze van hun kind dan ook niet naar de eis van aanschaf of gebruik van een tablet of laptop.
Hoe staat het met ICT in het onderwijs?
Uit een onderzoek van Kennisnet uit 2018 blijkt dat het gebruik van ICT in het onderwijs blijft toenemen. Een grote groep leraren combineert papieren leermiddelen met digitale. Dat laat ook het DUO-onderzoek zien, net als de Leermiddelenmonitor 2017-2018 van SLO. Uit het DUO-onderzoek blijkt ook dat een klein gedeelte van de scholen bij sommige vakken geen inzet van digitale middelen wil. Dit betreft met name de creatieve vakken en praktijkvakken.
Devices in de toekomst
Driekwart van de scholen waar niet alle leerlingen beschikken over een device, verwacht in de komende jaren een beperkte tot sterke toename van devices in de klas. Toch laat het onderzoek van Kennisnet zien dat niet de investeringen in infrastructuur en schoolbeleid rond ICT de meeste impact hebben. Een leraar die ICT gevarieerd inzet, heeft daarentegen wel impact. Leerlingen leren daar beter, meer en sneller van.
Voor de toekomst van devices in de klas is het daarom belangrijk om in te zetten op het ontwikkelen van de basisvaardigheden van een ICT-bekwame leraar. Let erop dat zowel het didactische als het technische aspect vertegenwoordigd zijn en koppel dit aan het beoordelingstraject en scholingsplan. Zorg ook dat er voor docenten een noodzaak is om met een device te werken. Want: bij geen urgentie gaan dagelijkse dingen altijd voor.
Een device voor elke leerling: hoe dan?
Wil je verder lezen over het bezit en gebruik van devices in de klas? In deze infographic staan ervaringen en tips van scholen op het gebied van schoolorganisatie, visie en draagvlak, digitale leermiddelen, kennis en vaardigheden en ICT en infrastructuur.
Hoe is het onderwijs met devices op jouw school geregeld: hebben alle leerlingen de beschikking over een eigen device? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.
