Spelen in de buitenlucht is niet alleen gezond, maar maakt kinderen ook sociaal en sterk. Helaas zien we dat het buitenspelen drastisch afneemt. Daarom: tips voor op het schoolplein!
Anouk Goossens is stagebegeleider en consulent schoolsport bij Breda Actief. Nadieh Graumans is ook consulent schoolsport en daarnaast werkzaam als vakleerkracht bewegingsonderwijs en sportcoach.
Veel spellen uit de gymles kunnen kinderen ook buiten op het schoolplein spelen. Denk maar aan de standaardspellen zoals een voetbal, estafette, verstoppertje en overlopen. De andere omgeving, zoals de ondergrond en (natuurlijke) obstakels, zorgen vaak meteen voor een andere dynamiek. Maar er zijn ook veel leuke varianten te bedenken. Speel in op trends en actuele ontwikkelingen.
Schoolpleinspellen
Steen-papier-schaartikkertje
Verdeel drie pylonen over het spelvlak. Een kind is de tikker. Word je getikt, dan ga je bij een pylon staan. Wanneer er nog iemand getikt wordt en bij de pylon gaat staan, speel je samen steen, papier, schaar. Wie wint, mag weer meedoen met tikkertje.
Gagabal
Maak een ‘arena’ van muren en pylonen. Alle kinderen staan in de arena en daar rollen ook twee ballen. Je mag met één hand de bal slaan en zo proberen andere kinderen te raken tussen hun voeten en knieën. Wie geraakt wordt, stapt uit de arena en doet een afgesproken opdracht, jumping jacks of jump squats bijvoorbeeld. Is de opdracht gelukt, dan mag je weer meedoen.
Freerunning
Freerunning is eigenlijk het moderne apenkooien. Het daagt kinderen uit en laat ieder kind op het eigen niveau bewegen. Gebruik klimtoestellen, muren, bomen en lijnen op het schoolplein en laat de kinderen ontdekken wat er allemaal mogelijk is. Laat de kinderen bijvoorbeeld in tweetallen (of alleen) een parcours verzinnen. Ze doen dat eerst voor aan een ander tweetal, dat het parcours daarna aflegt.
Kingen
Maak met stoepkrijt een veld van vier vakken en zet in elk vak een letter: K, I, N en G. In ieder vak staat één speler. De speler in vak K begint. Het serveert de bal naar een ander vak, en mag zelf weten hoe. De speler in dit vak speelt de bal weer door naar een ander vak. De bal mag niet meer dan één keer stuiteren of gevangen worden. Gebeurt dit wel, dan is de ontvangende speler uit het spel. In vak G komt een nieuwe speler, de andere spelers schuiven zo nodig een plaatsje op. Vak K is het eindvak, daar ben je de King!
Tips
- Maak spelkaarten met een korte uitleg van de spellen die je in de gymles hebt gedaan. Tijdens de pauze kunnen de kinderen een kaart kiezen en dat spel buiten spelen.
- Creëer een vaste ruimte op het schoolplein waar iedere week een nieuw spel wordt gespeeld. Zo lopen spellen niet door elkaar heen. Denk ook aan verschillende zones op het schoolplein voor vrij spelen, solospelen (diabolo), voetbal en wat ook maar populair is op jouw school.
- Zorg voor gevarieerd (spel)materiaal, zoals verschillende ballen, lintjes, hockeysticks en pylonen.