“Nee, geen aardrijkskunde!” roept foodtokker Soraya Riem paniekerig wanneer die de kaart van Nederland vanachter diens beeldscherm ziet opdoemen. Soraya is kandidaat bij de Slimste Mens en krijgt acht afbeeldingen van bekende, Nederlandse regio’s te zien. Om het wat makkelijker te maken worden de gearceerde regio’s op de kaart visueel ondersteund met kenmerkende ansichten. Zo zien we onder andere een kiekje van de Bollenstreek, de Veluwe en een prent van Benny Jolink in zijn Achterhoek voorbijkomen. De bekende influencer weet slechts één goed antwoord te geven. De beurt gaat over naar diens medekandidaten, maar helaas kunnen ook zij geen kwaliteitsimpuls geven aan de bedroevende input van Soraya.
“Hoe is het toch mogelijk dat deze drie mensen, die niet al te stom zijn, zo stom zijn?!” vraagt de immer pragmatische Maarten van Rossem aan presentator Philip Freriks. Van Rossem vermoedt dat de oorzaak bij het onderwijs ligt. “Ze leren er blijkbaar niet meer wat ze er moeten leren.” De kandidaten vragen zich op hun beurt af of de presenterende nestors deze kennis ooit nodig hebben gehad in hun leven. “We hebben toch Google en Google Maps?”, aldus medekandidaat Dwight.
We hebben toch Google en Google Maps?
Bij de invoering van het vak wereldoriëntatie op mijn vorige school kan ik me eenzelfde soort discussie herinneren. Mijn toenmalige schoolleider was van mening dat we af moesten van de ‘kenniscultuur’. “In de eenentwintigste eeuw is alle informatie slechts één klik van je verwijderd. Leerlingen kunnen gewoon opzoeken wanneer de Tweede Wereldoorlog begon en eindigde,” proclameerde ze. Aardrijkskunde, biologie en geschiedenis werden samengebracht onder één paraplu en de jeugd leerde tijdens wereldoriëntatie werkstukken maken over onderwerpen uit één van deze thema’s.
Er zitten een aantal prachtige voordelen aan deze manier van werken die we, mijns inziens, absoluut dienen te koesteren. Diverse theorieën onderschrijven dat leerlingen lesstof immers beter onthouden wanneer zij deze op een actieve, samenwerkende manier verwerken. Daarnaast bekwamen leerlingen zich in probleemoplossend denken, sluiten van compromissen en presentatievaardigheden.
Een valkuil bij deze manier van werken is dat leerlingen gedurende een lange periode aan slechts één deelonderwerp toekomen en andere belangrijke onderwerpen worden overgeslagen. Daarnaast is de inhoud bij veel van deze werkstukken vaak van zeer uiteenlopende kwaliteit — en dan zeg ik het nog netjes. Geen haan die daar overigens naar kraait. Scholen beoordelen hun leerlingen anno 2023 immers nog steeds vooral op hun reken- en taalvaardigheden. Een enorme verschraling van ons onderwijs en een tendens van toenemende ‘algemene kenni(k)s’ als je het mij vraagt.
Algemene kennis geeft immers inzicht in onze complexe wereld.
Natuurlijk moeten we onze leerlingen niet klakkeloos als ‘foie gras ganzen’ volstoppen met nutteloze feitjes, talloze jaartallen en overbodige trivia. Wél hebben we de taak onze slijm makende, Oreo verorberende en druk vloggende, jeugdige swipers algemene kennis bij te brengen. Algemene kennis geeft immers inzicht in onze complexe wereld. Het is de kapstok waaraan nieuwe informatie en inzichten opgehangen kunnen worden en een essentieel medicijn tegen toenemend onbegrip en polarisatie. Om een ongelooflijk complexe oorlog zoals in Israël en Palestina enigszins te kunnen plaatsen, is het van belang om bekend te zijn met haar geschiedenis. En voordat je je oordeel velt over het keppeltje van Joachim, is het raadzaam je eerst in het perspectief van zijn cultuur te verdiepen. Daarbij helpen vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en biologie… of het lezen van een goed boek.
Mart Eekels is docent Nederlands in het voortgezet onderwijs en heeft voorheen zestien jaar als groepsleerkracht in het basisonderwijs gewerkt. In zijn maandelijkse column voor Onderwijs van Morgen beschrijft hij zijn gedachtespinsels en belevenissen over het onderwijs, in de breedste zin van het woord. Het liefst geserveerd met een korreltje zout.