Ik ben een kritische ouder. Als oud-leerkracht heb je je natuurlijk al een mening over van alles gevormd. Ik weet wat er kan én wat er eigenlijk zou moeten. Welke ballen een leerkracht heeft hoog te houden én welke hij of zij laat vallen.
Maar ik ben ook een groot bewonderaar en fan van bepaalde leerkrachten. Zoals die kleuterjuf die met haar 61 jaar nog elke dag naar school huppelt en waar de kinderen verzot op zijn. Die jonge invaller die zich naar de kerstvakantie toe sleept, omdat ze niet wil uitvallen: ‘De groep heeft al zo veel verschillende gezichten gehad.’ En die leerkracht die de meest geweldige projecten uit zijn mouw schudt. Maar het meest bewonder ik de leerkrachten die zelf jonge kinderen hebben.
Ik weet nog zo goed hoe het voelde om er drie keer per nacht uit te moeten. Voor borstvoeding, overgeefsessies, nachtmerries en ‘Mama, ik ben mijn knuffel kwijt! Oh, ik heb hem al gevonden!’ De volgende ochtend was ik dan bepaald geen zonnestraaltje. Er waren tijden dat ik gewoon vergat hoe het voelde om écht wakker te zijn. Er hoefde dan maar iets kleins te gebeuren, of ik plakte mijn kinderen achter het behang…
Nu is dat nog wel te doen met twee kinderen – mits je de juiste lijm gebruikt – maar hoe doe je dat met een klas met dertig kinderen? Hoe bewaar je je geduld als na weken van gebroken nachten je leerlingen voor de tiende keer vragen of je iets wilt uitleggen, terwijl ze zelf door de instructie heen kwekken? Hiervoor heb ik echt RESPECT! Deze juffen en meesters mogen van mij zo veel ballen laten vallen als ze willen, ik vang ze wel op. Ik praat hun verbale uitval goed, kijk met liefde schriftjes na die per ongeluk mee naar huis gaan en draai nog een extra vrijwilligersuurtje.
Wat ik niet voor hen kan doen, is een extra mok koffie halen. Dus lieve leerkrachten zonder jonge kinderen… willen jullie dat namens mij doen? En hen straks op de Dag van de Leerkracht een extra grote punt taart toeschuiven?