Beste leerling,
Voor het jaarboek mag ik ook dit jaar weer een stukje schrijven. Leuk altijd om je nog één keer een levensles mee te geven. Dit keer geef ik je iets mee voor de korte termijn, namelijk de diploma-uitreiking die op veel scholen volgens een vast stramien verloopt. Enige voorbereiding is volgens mij wel nodig, dus zie het maar als bijsluiter voor jouw eigen diploma-uitreiking.
Eerst komt de directeur: ‘Geachte aanwezigen, het is een eer om hier vanavond te staan…’. Vrij snel komt er dan een verhaaltje van Toon Tellingen over een slak en een giraffe, waarvan de meesten van jullie niks gaan snappen. Jullie zullen je afvragen waarom deze meneer zich zo druk heeft gemaakt over drugsgebruik onder de jeugd; zelf kan hij er ook wat van.
Dan komen de vakdocenten. Allemaal hebben zij een aantal van jullie uitgekozen (al dan niet met frisse tegenzin) en een praatje in elkaar gedraaid.
Docenten natuur- of scheikunde zijn erg gehecht aan hun natuurlijke habitat. Omringd door praktijktafels, proefopstellingen en in een geur van verbranding en chemicaliën. Dat mist op het podium en dat in combinatie met de noodzaak tot een sociaal i.p.v. technische praatje, maakt dat deze docent plankenkoorts krijgt. De oplossing daarvoor is meestal een proefje op het podium. Dit duurt altijd te lang, gaat negen keer mis, maar uiteindelijk sta je waarschijnlijk met je handen op één of andere elektrische bol de gel uit je haren te streamen.
De oplossing daarvoor is meestal een proefje op het podium. Dit duurt altijd te lang en gaat negen keer mis.
Wiskunde is een beetje hetzelfde. Dan komt er een wiskundige breinbreker op het scherm die jij dan als beste van de klas moet oplossen. Je puberbrein is nog niet zo rijp om onder toeziend oog van je klasgenoten en al hun ouders die prestatie te leveren. Uiteindelijk wordt de puzzel wel opgelost met daarbij een preek die je ervan moet overtuigen dat wiskunde echt wel belangrijk is in het leven. Yeah right!
Taaldocenten houden het praatje uiteraard in hun eigen vaktaal. Het liefst zo vloeiend mogelijk. Een docent Engels die in plat Engels je vader vraagt zijn mond te houden: ‘Hey ace, it doesn’t bugger me at all you’re still talking, but if you don’t shut up I’ll come down the stage, you tosser’, kan vaak op applaus van je moeder rekenen.
Een docent Godsdienst kan altijd mooie verhalen vertellen. Rustig en met een goede opbouw. Toch komt er tijdens het praatje steevast de neiging om snoepjes uit te delen en pepermuntjes te eten. Na een vlammend betoog ga je dan verheven zitten en onderdrukt het publiek een oprecht ‘amen’.
Toch komt er tijdens het praatje steevast de neiging om snoepjes uit te delen en pepermuntjes te eten.
Leraren Nederlands kunnen er ook wat van. Ooit hadden ze de hoop dat ze als Pauline Cornelisse of Ramsey Nasar de bühne op mochten om te laten horen wat ze aan hun studie der Nederlandse letteren hebben gehad. Toegegeven dat het vaak uitstekende speeches zijn vol woordspelingen en iconische zinnen, maar Youp van’t Hek had toch gelijk toen hij in één van zijn conferences zei: ‘De leraar Nederlands zoekt de zin van zijn leven.’
Je leraar biologie gaat uiteraard vergelijkingen maken tussen de leerlingen op het podium en het dierenrijk. Van werkmier tot luiaard en van paradijsvogel tot krokodil (koudbloedig). Met een beetje pech word je vergeleken met een bonoboaap (dan heb je wat uit te leggen thuis) of spreekt de docent de wens uit dat deze liever had gehad dat je ouders vroeger het hoofdstuk ‘voortplanting’ hadden overgeslagen.
De echte verhalenvertellers zijn de docenten die geschiedenis of aardrijkskunde geven. Hoeveel helden zitten daar wel niet bij? Vurig vertellen ze over je en kunnen de verbanden met toen en nu feilloos leggen. Of je bent de oorzaak van de volgende wereldramp of je gaat het voorkomen, veel andere opties zijn er niet.
Dan nog de economen, daar staat vaak het restgroepje bij. De groep leerlingen waarvan iedereen het lastig vindt om wat over te zeggen. De pappenheimers zeg maar. Voor een docent economie is dat een makkie. Dat zijn de jongens en meisjes die weten wat ondernemen is, initiatief weten te tonen of mensen weten te overtuigen; deze bouwen aan de fundering van Nederland. Oftewel, als het aan je docent economie ligt, dan kom jij er zeker, zoals je ook van elke uitstuurbrief af kwam, goedschiks dan wel kwaadschiks.
Oftewel, als het aan je docent economie ligt, dan kom jij er zeker.
Met wat mazzel komt er dan een mentor of teamleider. Die sluit het geheel af. Met oprechte beroering spreek deze je klas toe: ‘Wat een jaar was het zeg! Wat hebben we veel meegemaakt! Weet je nog met die en die en dat en dat? Wat hebben we gehuild, wat hebben we gelachen. En jullie weten, wat in de Efteling gebeurde, blijft in de Efteling! hahaha…’ De meeste van jullie ouders snappen er niks van, maar reken maar dat jullie precies weten wat er gezegd wordt. Dit is het praatje waar je als leerling eigenlijk al genoeg aan hebt voor de hele avond. Je examenjaar ging om meer dan de lessen. Het ging zo vaak om alles er tussenin.
De zit is lang, meestal is het warm en niet elk praatje is wat het moet zijn. Ik weet zeker dat je ‘jouw’ praatje of momentje nog kunt herinneren als je later groot bent. Dat is waar het om gaat. Die docenten staan er straks op hun manier helemaal voor jou om je een herinnering mee te geven voor het leven. Geniet ervan!
N.B. na afloop zo snel mogelijk je ouders achterlaten bij de bar en met je vrienden het echte feest gaan maken.
Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’