‘Heb je het gehoord? Er zijn allemaal spullen aangespoeld op Terschelling.’
‘Ja, juf, ik zag het nieuws! Er liggen allemaal Ikea-stoelen!’
‘Ik zag het ook! En My Little Pony’s, een heleboel!’
‘Cool, jammer dat wij niet op Terschelling wonen.’
‘Ik zag ook mensen met tv’s!’
‘Niet. Tv’s?’
‘Ja, van die hele grote!’
‘Wow, mochten ze die gewoon meenemen?’
‘Ja, want al die spullen zijn van niemand… denk ik.’
‘Wel, van die boot die gezonken is.’
‘Er is helemaal geen boot gezonken.’
‘Wel, met al die containers erop! Mijn vader zei het zelf.’
Ik klap heel hard in mijn handen. Dé manier om de aandacht te vragen in dit enigszins zwabberende gesprek. ‘Stop!’ roep ik. ‘Dit is een superbelangrijk onderwerp. Heel goed dat jullie er al iets over weten. En ik wil het echt met jullie bespreken, maar eerst moeten we iets anders doen.’ Ik dirigeer de kinderen naar hun plaats. Ze protesteren nog wat, maar gaan dan aan het werk.
Wij zijn geen bijzondere school. We hebben een enigszins traditioneel onderwijssysteem, met flarden van andere systemen. Maar dat betekent wel dat ons programma ramvol zit. Rekenen, taal en schrijven beslaan ongeveer de hele ochtend en ’s middags is er tijd voor wereldoriëntatie, gym en beeldende vakken. We doen ook aan techniek en zelf prop ik filosofielessen in mijn programma. Toch wens ik steeds vaker dat ik het hele rooster uit het raam zou kunnen gooien op momenten zoals deze.
Bijna alle kinderen waren in de ban van de aangespoelde containers op de Waddeneilanden. Fascinerend vonden ze het. Of dat in eerste instantie om de verkeerde reden was (namelijk de tv’s en andere spullen) is niet erg. Het liefst was ik met ze gaan zitten en gaan kijken naar de NOS-beelden van het enorme containerschip dat deinde op de enorme golven en de containers die als domino’s omvielen en in het water stortten. Om er daarna uitgebreid over te praten met elkaar. Het klinkt leuk al die spullen die aanspoelen, maar is het ook echt leuk? Om dan vervolgens in het gesprek de kwartjes te horen vallen. Kinderen zouden met elkaar, in groepjes, meer achtergrondinformatie kunnen gaan zoeken. Waar komen die containers vandaan? Wie bestelt al die spullen? Waarom worden ze vervoerd over water? Waar komen veel van die spullen vandaan?
En dan samen zoeken naar oplossingen. Hoe kunnen we helpen? We kunnen niet even naar een Waddeneiland om spullen te gaan oprapen. Maar wat kunnen we wel doen?
En wiens schuld is het eigenlijk? De storm? De kapitein van het schip? De baas van het schip? De mensen die de containers opgestapeld hebben? Ga zo maar door. Genoeg materiaal voor een complete lesdag.
Maar wij moeten vandaag echt de rekentoets maken. Ik heb ook nog dicteecijfers nodig voor morgen. Vanmiddag komt er iemand een gastles judo geven, dus die kunnen we ook niet overslaan. Ik ben steeds vaker bang dat erg geen tijd meer overblijft voor aangespoelde containers, tsunami’s, de muur van Trump en Nederlandse kinderen van IS-strijders.
Is er al een onderwijssysteem dat vooral werkt met de actualiteit? Misschien kunnen we ons daar dan ook weer een flard van toe-eigenen.