Zes vragen zijn geweest en bijna de hele klas staat nog. Maar dan komt vraag 7 van de klimaatquiz. De ijsbeer kan binnen tien jaar uitsterven… waar of niet waar?
Resoluut gaan de handen omhoog. Vrijwel alle kinderen denken dat het waar is. Ik geef ze nog wat extra tijd om te twijfelen, maar dan volgt onverbiddelijk het goede antwoord: niet waar! Als het gejuich en het gestommel wegzakken geef ik de uitleg. Er zijn nog tienduizenden ijsberen op de Noordpool en uitsterven doe je niet zo een-twee-drie. Wat natuurlijk niet betekent dat de ijsbeer een rooskleurige toekomst heeft.
Kinderen zijn heel geïnteresseerd in klimaatverandering, maar ze weten er vaak niet veel van. Net als volwassenen eigenlijk. Vaak begin ik mijn schoolbezoek met de vraag ‘Wat weet je al van klimaatverandering?’ ‘Dat is met plasticsoep en zo,’ antwoorden ze dan. Iets wat veel volwassenen ook nog steeds denken, terwijl plasticsoep en klimaatverandering verrassend weinig met elkaar te maken hebben.
Ook toen mijn plan om een kinderboek over klimaatverandering te schrijven nog pril was, reageerden kinderen en volwassenen vrijwel unaniem. Dat is toch veel te saai/ingewikkeld/somber voor een kinderboek? Tot zover de theorie van de sociaal-wenselijke antwoorden.
Gelukkig hadden collega-schrijvers al bewezen dat het kon: goede non-fictie over een lastig onderwerp. Want denk maar niet dat uitgevers en kinderen staan te juichen als je voorstelt een kinderboek over recht of evolutie te maken. Maar inmiddels zijn ze maar wat blij met De Zweetvoetenman en Het raadsel van alles wat leeft. Zoals dochter Aniek zei na het verslinden van deze boeken: het is gewoon gaaf om te lezen over een onderwerp waar je nog bijna niks van weet.
Inmiddels ligt de tweede druk van Palmen op de Noordpool in de winkel. Kinderen en volwassenen zijn het weer heerlijk eens, maar dit keer in hun enthousiasme. Van volwassenen krijg ik nog weleens de vraag wat er nou anders is aan het uitleggen van dit onderwerp aan kinderen. Dan geef ik vaak het voorbeeld van de koeien.
Om klimaatverandering tegen te gaan, moeten we minder rundvlees eten, want dan komen er minder koeien. Kwestie van vraag en aanbod: zo klaar als een klontje. Nou, niet voor kinderen, had ik al eens gemerkt door vragen van mijn zoon Simon. Als je minder koeien eet, blijven er meer over. Logisch toch? Echt iets om dus dubbel en dwars goed uit te leggen aan kinderen. Maar ook aan volwassenen, bleek toen ik het boek mocht aanbieden aan een Kamerlid van GroenLinks. Zij vertelde dat ze de uitleg van Simon pas nog van een ander Kamerlid had gehoord. Kunnen we die man nog terug naar school sturen alsjeblieft?