‘Zullen we “joehoe” zeggen als we naar beneden gaan?’ Je was nog zo klein dat de wereld heel groot was. Zo klein, dat een helling van de stoep naar het zebrapad wel een afdaling leek. Daar ging je met je step. Joehoe!
Duizenden keren moet je het zebrapad zijn overgestoken op weg naar school. Van een continurooster hadden we nog nooit gehoord. Twee keer per dag brachten we jou en je zus naar school en twee keer per dag stonden we op het schoolplein te wachten tot jullie uit waren. Dan kwam je met grote verhalen en dito knutsels op ons afgerend.
Algauw werd de step ingeruild voor een blauwgrijze fiets. Nu ging je niet meer over het zebrapad, maar via de fietsoversteekplaats die ernaast lag. Jullie hadden je boterhammen in je rugzak en wij hoefden nog maar één keer per dag op het schoolplein te staan. De verhalen waarmee je op ons af stormde werden kleiner. De knutsels schaarser. ‘Mag ik met Mats afspreken?’ ‘Mag ik Mink vragen?’ Dan kon je er donder op zeggen dat de hele woonkamervloer in een mum van tijd veranderde in het strijdtoneel van tientallen dino’s en honderden plastic soldaatjes.
De fietsen volgden elkaar in hoog tempo op. Ik herinner me een zwart-gele crossfiets en daarna een groene met een blauw zadel. Je zus was inmiddels naar het gymnasium. Die ging ook al veel te snel. Op het schoolplein wachtten we je nog wel op, maar waarom eigenlijk? We kregen een rugzak in onze handen geduwd met de mededeling ‘Ik ga bij Reijn spelen, doei,’ al zag ik aan je ogen wel dat dit voor jouw doen veel te brutaal was.
Het afgelopen jaar kwamen we zelden meer op school. Alleen toen je jarig was en hulp nodig had om twee dienbladen vol aluminiumfolie en fantasieloze trakteersels te vervoeren, ging ik met je mee. En natuurlijk bij het veilig overbrengen van het al even vermaledijde kerstontbijt. Dat soort momenten ga ik niet missen. Maar de opgewektheid waarmee je elke dag op de step of fiets stapte des te meer. En de schietgeluiden die zogenaamd van de soldaatjes kwamen. Gelukkig ligt er nog een bij het raam achter de verwarming.
Nu zit je op de middelbare school. Elke dag fiets je zes kilometer heuvelop heen en zes kilometer heuvelaf terug. Met je volwassen herenfiets met acht versnellingen. En elke dag moet ik mezelf geweld aandoen om je niet op het schoolplein op te wachten.