‘Ah toe, juf! Wil je verder lezen?’ Dave kijkt me smekend aan. Niene valt hem bij: ‘Waarom stop je nou, juf? Ik zat er net zo lekker in!’ Ook de rest van groep 3 is hevig verontwaardigd.
Ik heb net een spannend stuk voorgelezen. Over een pratende schelp, een bange visser en een heen- en weerwolf. De harde wind en donkere lucht gaven een dramatisch effect aan het geheel; het was muisstil in de klas en de kinderen hingen aan mijn lippen.
Het is één van mijn favoriete momenten van de dag; het voorleesmoment. Niets is fijner dan zes- en zevenjarigen op sleeptouw te nemen naar een compleet andere wereld. En soms gooi ik er meerdere voorleesmomenten in. Vaak op vriendelijk doch dringend verzoek van mijn lieve leerlingen, die maar al te graag voorgelezen willen worden over vliegende juffen, stoute tweelingen en stoere jongetjes in rode kraanwagentjes. Dat ik er ook een complete show van maak met stemmetjes en amateuristisch toneelspel heeft er denk ik ook mee te maken. Daardoor kom ik wel in de knoei met de planning, maar van voorgelezen worden leer je net zo veel. Misschien wel meer…
Ik besluit het geduld van de kinderen op de proef te stellen en klap het boek met een groots gebaar dicht. ‘Straks lees ik verder,’ leg ik uit, ‘we gaan eerst sommetjes tot twintig automatiseren.’ Voordat ik de rekenmethode kan pakken, zwabbert Mara al met haar vinger in de lucht. Ik vraag haar wat er is en met een grote glimlach complimenteert ze me met mijn mooie voorlezen. Deze dame weet hoe ze het moet aanpakken, want ze wil zelf graag een keertje bij de kleuters voorlezen. En als ik nou verder lees, dan kan ze ‘extra veel van mij leren’. Thijmen doet ook een duit in het zakje: ‘Voorlezen maakt je ook rustig en dat is voor wilde kinderen erg fijn!’ Daarom vindt hij het een goed idee als ik nog een paar bladzijdes voorlees. Ik moet stiekem erg lachen; ik word hier gewoon keihard omgekocht. ‘En de rekenles dan?’ Nou, die doen we gewoon een andere keer. Als Sunaisha tot slot oppert om binnenkort een voorleesdag in pyjama te houden, is het hek helemaal van de dam. Groep 3 is dolenthousiast over dit idee en ik krijg ze met geen mogelijkheid meer rustig.
Er zit dus maar één ding op: weer een voorleesmoment. Ik pak het boek en vervolg – de kinderen zijn onmiddellijk muisstil – mijn verhaal over de tocht van Pluk.
Zoals ik al zei: van voorlezen leer je veel. En blijkbaar dus ook onderhandelen.